De verdomde stellingen van Wenen
Toegegeven, een bouwwerk heeft zo af en toe nood aan restauratie. Maar moet dat telkens net dán zijn wanneer wij het willen bekijken ? De afgelopen drie jaren hebben wij – geloof me vrij – een heuse stellingenoorlog meegemaakt. Met enige zucht tot overdrijving durf ik te zeggen dat zo ongeveer alles wat we zo graag hadden willen zien in de steigers stond.
Van de Spaanse trappen in Rome, over de astronomische klok in Praag, tot de Big Ben in Londen. Mijn lijst is lang en ik kan er, nu we in Wenen zijn, nog een paar items aan toevoegen.
We willen immers een deel van de Ringstrasse afwandelen om zodoende o.a. het Neues Rathaus, het Parlement en de identieke gebouwen van het Naturhistorische en Kunsthistorische Museum met daar tussenin Maria Theresia hoog verheven op haar troon, te bekijken.
We nemen daartoe de U3-metrolijn want ons plan is om ter hoogte van het stadhuis aan onze wandeling te beginnen.
De Ringstrasse is een prachtige cirkelvormige Boulevard en werd in opdracht van keizer Franz Jozef gebouwd nadat hij de verdedigingsgordel rond de stad liet slopen. Een tijdperk van grandeur kon beginnen. Eén waar Parijs niet kon aan tippen.
Maar we hebben alweer pech.
Het prachtige stadhuis in neogotische stijl staat nochtans (O jubel en juich) niet in de stellingen. Toch kunnen wij, althans wat de schitterende voorzijde betreft, het gebouw niet bewonderen. Laat staan dat we er een foto van kunnen maken. Hoe dat komt ?
Omdat er volop voorbereidingen worden getroffen voor de op handen zijnde kerstmarkt, hebben werkmannen het ganse voorplein met hoge afsluitingen afgezet. Er is met andere woorden geen doorkomen aan. Bovendien moet ook nog gauw, gauw voor de aanvang van de kerstmarkt halfweg november een halve straat worden geasfalteerd zodat een pletwals en bijkomend ander wegwerktuig danig in de weg staan ter hoogte van die ene hoek van waaruit een eventueel kiekje van de enorme toren zou kunnen worden genomen.
Gelukkig zijn de zijgevels vrij van enige sta in de wegs en het zicht dat we hier op het stadhuis hebben, valt best wel heel erg mooi te noemen. Net als de achterzijde trouwens. Via de achterdeur kunnen we daar gelukkig ook even binnenglippen. Dat kan vermits de toeristische dienst er in een overigens prachtige zaal is ondergebracht.
Wat verderop ligt het Parlement en alle mensen, we hebben alweer pech. Dit kan je zelfs geen stellingen noch steigers meer noemen. Hier staan reuzegrote containerblokken die het nochtans immense gebouw zo goed als totaal aan het zicht onttrekken.
Vrijwel niets krijgen we te zien van de voor- of achterzijde en het ziet er naar uit dat de werkzaamheden er nog een behoorlijke tijd zullen duren ook. Alleen het reuzegrote beeld van Pallas Athene, de godin van de wijsheid, valt min of meer te bekijken al is geen enkele hoek te vinden van waaruit ik de godin zonder de afschuwelijke bouwkranen mee in beeld te brengen, kan fotograferen.
Vergis je niet, we zijn wel degelijk in het Oostenrijkse Wenen maar de architect van het parlementsgebouw studeerde in het Griekse Athene vandaar … juist ja !
Zag ik ooit op de Akropolis de kariatiden in de stellingen staan, dan staan hier hun neoklassieke zusjes ook in de steigers. Het is godgeklaagd !
Gelukkig heeft Wenen nog genoeg ander fraais te bieden al moet ik toch even vertellen dat ook de imposante Stefansdom, dé hoofdkerk van de stad, in de stellingen staat.
Dit alles zet toch ietwat een domper op de citytrip-vreugde maar het is niet anders.
Gelukkig vinden we troost binnenin de kerk. Vooral ook omdat wij de winnaars zijn van de zoektocht naar de beeltenis van de onfortuinlijke leerling-bouwer die een pact met de duivel sloot. Met hulp van de duivel zou hij in één jaar tijd de noordelijke toren kunnen bouwen daar waar zijn leermeester Hans Puchsbaum met wiens dochter de leerling zo graag zou trouwen, vier jaar nodig had om de zuidertoren te bouwen.
Omdat hij, staande op de toren beneden zijn geliefde zag en haar bijbelse naam Maria riep, kreeg hij een ferme duw van de duivel waardoor hij met toren en al naar beneden stortte.
Een mooie legende om uit te leggen waarom de noordertoren niet werd voltooid. Maar de gids ter plaatse maakt ons net iets te veel blaaskens wijs.
Achteraf ontdekken wij immers dat de beeltenis waarmee wij de zoektocht wisten te winnen, helemaal niet die van de verongelukte bouwer is. Het is een zelfportret van de meesterbeeldhouwer Anton Pilgram . Hij is de man die de dom aankleedde met prachtige staaltjes gotische beeldhouwkunst.
Het duivelse verhaal neem ik dus ook maar met een korreltje zout. Veeleer denk ik dat de leerling-bouwer deed wat alle bouwvakkers doen op een vrolijke, eerste lentedag. Ja zelfs Jan de Wilde, de jarige bard, wist het tijden geleden ook al te zingen :
Daar is de lente, daar is de zon
…
de bouwvakkers hebben na een nare tijd weer iets om naar te fluiten.
Ik vermoed dat de leerling-bouwer daarbij net iets té enthousiast is geweest en zodoende van zijn stellingen is gedonderd.
Ach, die verdomde dingen ook !
12 reacties