Wenen heeft vlinders in de buik
Ook al ben je – net als ik – geen fan van Sissi en alles wat met haar grillige persoontje samenhangt, het Hofburgcomplex kan je toch beter niet helemaal vermijden. Zeker niet als je van paarden, vlinders en boeken houdt.
De Spaanse rijschool, de oudste nog bestaande ruitersschool ter wereld, ligt binnen de muren van het complex en de Lippizaners (de witte paarden die dixit cabaretier Geert Hoste op tapis-plain dansen) willen we toch gezien hebben. Niet alleen omwille van hun gracieuze bewegingen maar ook omwille van de prachtige rijzaal.
Van thuis uit hebben we tickets gekocht zodat we de ochtendtraining een keertje kunnen meemaken. Dagelijks worden de paarden getraind tussen 10u en 12u. Bedoeling is echter dat je tijdens het hoogseizoen niet langer dan twintig minuten van de training meemaakt zodat de vele wachtende anderen ook wat te zien krijgen. Maar we hebben geluk, het seizoen loopt ten einde dus de zaal loopt niet overvol.
We kunnen zodoende zo’n drie kwartier blijven zitten en dus zien we meer dan we hadden verwacht. Want vaak is zo’n training niet veel meer dan het opwarmen en strekken van de benen. Verwacht niet dat je er sowieso stijlfiguren als de Levade, de Croupade of de Capriole te zien krijgt. Die zijn doorgaans gereserveerd voor de dure shows. Een training is met zijn tickets aan 15 euro dan weer best betaalbaar. En we hebben geluk vandaag.
Eén enkel paard moet immers extra oefenen en danst gracieus van links naar rechts schuin het terrein over en weer terug met van die typische tapis-plain pasjes. Het is bovendien extra opgetuigd dus we krijgen wel waar voor ons geld. De trainingen gebeuren trouwens met klassieke muziek op de achtergrond. Ook dat is mooi meegenomen.
Tussen de bedrijven door kijk ik mijn ogen uit naar de prachtige zaal met in de koninklijke loge het portret van keizer Karel VI de opdrachtgever voor de bouw van de zogenaamde Winterreitschule. Deze werd gebouwd tussen 1729 en 1735.
Zelf hebben we een zitplaatsje op de galerijen weten te bemachtigen. We zien hoe de beeltenis van de keizer door iedere ruiter die binnenkomt heel plechtig wordt begroet door de ruitershoed (een zwarte steek met een baan van goudgalon) traag en sierlijk van het hoofd te nemen.
De geschiedenis van de Spaanse Rijschool gaat echter terug tot in 1580. De toenmalige Oostenrijkse keizers Karel II, wiens neef de Spaanse koning Filips II was en dus tot de Spaanse tak van de Habsburgers behoorde, was dol op diens Lippizaners omdat ze niet alleen bijzonder mooi ogen maar bovendien uitzonderlijk sierlijke bewegingen kunnen maken en een groot uithoudingsvermogen hebben. Daarom bracht hij ze mee naar Oostenrijk waar hij een eigen hofstoeterij stichtte en waar ze tot op de dag van vandaag gefokt worden.
Er mag niet worden gefotografeerd in de zaal maar dat weet ik aanvankelijk niet. Dus maak ik een paar kiekjes en dit net zolang tot ik op de vingers wordt getikt.
Al bij al een zeer geslaagde voormiddag.
Ook ons bezoek aan de Pronksall als oudste onderdeel van de Nationale bibliotheek valt bij mij zeer in de smaak. De naam laat het al vermoeden : de zaal is er eentje om mee te pronken. Ze is van de betoverend mooie soort. Ik geraak er werkelijk niet op uitgekeken. Niet alleen de houten wanden vol boeken maar ook de schitterende plafondschilderingen met de trompe-l’oeil maken deze bibliotheek tot een verbluffend geheel.
Ik overdrijf niet als ik zeg dat ik deze zaal minstens zo mooi vind als de sixtijnse kapel in het Vaticaan van Rome en bovendien mag ik hier naar hartenlust fotograferen !
Wie niet van paarden houdt, noch van boeken en plafondschilderingen kan alsnog zijn hartje ophalen in de vlindertuin van de Hofburg. Ons ontbreekt het daartoe aan tijd maar een wandeling langsheen de mooie wintertuinen en dit onder een heerlijke herfstzon vol gouden gloed maakt veel goed. Zoniet alles !
Nog even dit. De pronkzaal kan je niet via de hoofdingang van de Nationaalbibliotheek aan het heldenplein betreden. Begeef je naar de Jozefplatz als je zowat de oudste bibliotheekzaal ter wereld wilt bekijken.
Misschien vraagt hier en daar een lezer of een blogger als Myriam zich na het lezen van mijn inleidende verhaal “Het Wenen van Sissi ? No way !” met in het zog alle andere verhalen af of ik intussen dan toch verliefd ben geworden op de stad.
Welnu, laat ik het zo stellen : Wenen is schitterend, prachtig en betoverend mooi maar mist het knusse dat ik nodig heb om er vlinders van in de buik te krijgen.
Noot :
Mijn verslag over onze citytrip naar Wenen is een stuk in acht bedrijven geworden. Reis jij net als blogger Denise binnenkort ook naar Wenen ? Nestel je dan knus even in een rustig hoekje en geniet van acht stuks leesplezier.