Argentina, here we come!
September 2014. Uiteindelijk hebben onze vrienden ons over de streep gehaald: samen met hen en nog een paar kameraden ondernemen we onze eerste intercontinentale reis richting Zuid-Amerika.
Tot dan was het steeds onze veestapel geweest, die een obstakel vormde, maar met de medewerking van enkele dierbaren kregen onze 3 ezels, 2 honden, 2 poezen, ons koppel ganzen en ons duo kippen een geschikte opvang zodat we met een gerust gemoed onze stal konden verlaten.
In Buenos Aires werden we meteen ondergedompeld in een Mekka van kunst, cultuur en gastronomie. Het is de bruisende stad waar de tango ontstond, Evita onsterfelijk werd en Diego Maradona wereldfaam verwierf. Een lokale gids nam ons op sleeptouw en gedurende 2 dagen ontsluierde de stad haar geheimen: Plaza de Mayo, Casa Rosada, Teatro Colón, La Recoleta, La Boca, café Tortoni… We maakten er kennis met de vermaarde Argentijnse parilla en de schitterende Malbec wijnen.
Een lijnbus bracht ons de volgende dag naar Villa Flandria, waar een Vlaming Jules Steverlynck na de 1e WO een katoenfabriek oprichtte. Naast werkgelegenheid kwam er ook onderwijs en een verenigingsleven, o.m. een fanfare en een voetbalclub.Als Belgische bezoekers kregen we een hartelijk ontvangst en na de match wisselden we zelfs truitjes uit van de Tieltse ‘Canaries’ met de Argentijnse ‘Los Canarios’ die beiden in de kleuren zwart/geel spelen en zo verschenen we met commentaar én groepsfoto in de plaatselijke krant.
Na een een vermoeiende tocht van 800 km met een nachtbus kwamen we de volgende dag in Cordoba aan, waar we kennis maakten met onze chauffeur Mario en Argentijnse gids Mariano. Vanaf dan hadden we 2 weken lang ons eigen busje ter beschikking. Via de RN9 vervolgden we onze tocht naar het noorden. Onderweg genoten we met volle teugen van de omgeving. In Parque Nacional Quebrada de Condorito konden we de condor in zijn natuurlijke omgeving spotten.
In Mendoza, hét wijngebied van Argentinië, bezochten we enkele bodega’s en deden ons tegoed aan de lekkere godendrank. In bodega ‘Andeluna’ genoten we van de heerlijkheden van de bodem met zicht op het Andesgebergte, dat geleidelijk aan tevoorschijn kwam van onder een dikke mistsluier. Terwijl we meezongen met Buena Vista Social Club : ‘¿ Y tú, Qué Has hecho con mi flor?’ of meesmuilden op de klanken van ‘Violetta’ flitsten de landschappen aan ons voorbij: de pampa’s, uitgestrekte boomloze vlakten en kilometers akkerland, waar duizenden runderen nog steeds in bijna volledige vrijheid rondzwerven.
Aan de Aconcaqua met zijn 6962 m, de hoogste berg van het Amerikaanse continent voelden we ons licht worden in het hoofd, maar deze keer door de ijle lucht én de overvloed aan indrukken.
Villa Union werd onze uitvalsbasis voor een bezoek aan de nauwelijks 30 jaar geleden ontdekte parken: Talampaya, met zijn baksteenrode canyons en het surrealistische maanlandschap Ischigualasto.
Verder, richting Salta, ontdekten we pre-incaruïnes, o.m. in Quilmes. Het zicht vanop de offerplaats deed me denken aan de taferelen uit de godsdienstlessen uit lang vervlogen tijden: de tuin van Eden.
Onze weg slingerde verder door de imposante Quebrada de las Flechas: een rotslandschap dat door de eeuwenlange erosie zo gevormd is dat het lijkt op een ‘bos van zandpijlen’. Achter elke bocht schuilt er een nieuw panorama én een andere kleur. We duizelden op imposante hoogtes, snoepten van het stadje Cachi en kwamen zo in het meest traditionele gedeelte van Argentinië terecht: de provinies Salta en Jujuy.
Vanuit het sfeervolle Salta bezochten we het natuurpark met de reuzengrote kandelabercactussen en de Salinas grandes, reusachtige zoutvlakten waar mijn man zich een lumbago sprong voor een originele foto. Toen mijn man die morgen wakker werd had hij immense rugpijn. Hij kon bijna niet lopen, laat staan zijn valiezen naar het busje brengen. Toen onze chauffeur ons bovendien eerder dan afgesproken kwam afhalen, ontstond er verwarring rond het wegdragen van de reistassen.
Het aanhoudende gedonder van de watervallen van Iguazú deden me instinctief naar mijn keel grijpen om mijn sjaaltje wat nauwer aan te sluiten, maar toen kwam het besef dat ik het ergens had achtergelaten! Zou ik het ooit nog weerzien?
Terug thuis stuurde ik in mijn beste Spaans een mailtje naar onze Argentijnse gids, Mariano, met de bede of hij een mogelijkheid zag het sjaaltje te bemachtigen en naar België op te sturen. Hij beloofde zijn best te doen. Argentinië is echter ver én uitgestrekt en was het sjaaltje nog wel in hotel Malka? Ondanks alles bleef ik geloven dat ik vroeg of laat mijn bufanda con flores rochas zou weerzien.
Na heel wat mails over en weer, ontving ik in februari bericht van Mariano dat hij het sjaaltje meegebracht had van Salta, maar opsturen per post zou 160€ kosten, een te gek bedrag vonden we beiden. Gelukkig trof hij kort daarna 2 Nederlandse toeristen die zo vriendelijk waren de buit te willen meebrengen naar Amsterdam. Vandaar zouden ze die opsturen met postbedrijf Kiala. En zo kon ik dankzij deze intercontinentale én internationale goodwill op 1 april mijn bufanda ophalen in het dichtstbijzijnde postpunt en met een tevreden gevoel ons Argentijns reisverhaal afsluiten.
Tekst en foto’s: Martine Hurtecant
Dankjewel voor dit zeer informatieve artikel. Ik vond het heel fijn om te lezen. Enige tijd terug heb ik nog Argentijnse sterke drank mogen proeven van een echte Argentijn. Dit was alvast een voorproefje op het echte Argentinië. Dankjewel voor dit artikel.