Portugal – van Porto tot Lissabon
Maandagmorgen 6 juni vertrokken we, gepakt en gezakt, met de trein – jawel! – naar de luchthaven van Zaventem voor onze vlucht naar Porto. Daar aangekomen haalden we onze huurauto op en ondanks de heksenketel onderweg leidde onze GPS ons feilloos naar ons hotel in het hart van Porto.
Nadat we de koffers naar boven hadden gebracht togen we maar meteen naar de bar om ons welkomstdrankje, een glas heerlijke porto of wat had je gedacht, te nuttigen. Hij smaakte ons bijzonder lekker.
En dan de stad in natuurlijk. Het hotel lag in de bovenstad, en wij wilden helemaal naar beneden, naar de Douro. Ik had dus al snel in de gaten dat het een moeilijke klus zou worden om op eigen kracht terug boven te geraken.
Gelukkig is het openbaar vervoer hier bijzonder goed geregeld: metro of bus, we konden kiezen. Het uitzicht op de stad vanaf Vila Nova de Gaia (waar de porthuizen gelegen zijn) aan de overkant van de Douro was fenomenaal mooi in het avondlicht.
Dag twee hebben we de Douro vallei gereden. Mooi, mooi, mooi. Vooral het tweede deel: de Rota do Vinho do Porto tot in Pinhâo. Glooiend landschap, veel haarspeldbochten, wijnstokken zo ver het oog reikt en verder vrijwel geen levend wezen te zien onderweg.
Ieder porthuis heeft zijn eigen wijngaard, netjes aangeduid met een (of meerdere) bordje(s). Het eerste deel van de route, de Rota dos Vinhos Verdes, vonden wij persoonlijk wat saaier.
En dan moest er natuurlijk ook geproefd worden. Dat deden we de volgende dag. Eerst sightseeing in Porto en tegen de middag wandelden we – bergop uiteraard – richting Taylor’s voor de lunch. Die tip had ik via een internet kennis.
Barão de Fladgate is een klassige zaak, en gelukkig konden we op het terras zitten want we waren – zoals altijd tijdens de vakantie – heel casual gekleed. Vanop ons plekje hadden we een enig zicht op de stad.
Na de lunch deden we een rondleiding bij Graham’s met aansluitend een portproeverij. Zeer interessant wat de jongeman ons allemaal wist te vertellen over port van A tot Z. Ik heb onthouden dat je een Ruby het best een paar uren in de koelkast zet voor je hem schenkt, en dat een Vintage maximaal twee dagen bewaard kan worden eens de fles open is geweest.
Dat wordt even flink doordrinken als je maar met twee bent … In de proefkamer proefden we een Late Bottled Vintage (2005), een Ruby Finest Reserve en een Tawny 10 years old. De laatste was de beste.
De volgende dag lieten we Porto achter ons en begaven we ons richting Coimbra waar we een nachtje in de pousada geslapen hebben, om ons de gelegenheid te geven de volgende dag deze bekende universiteitsstad te bezoeken.
Onderweg stopten we nog even in Aveiro, ook wel het Venetië van Portugal genoemd. Buiten de moliceiros die wat weg hebben van een gondel vond ik er weinig Venetië aan. Het station was ook nog wel mooi om te zien. Een groot statig wit gebouw met veel blauwe azulejos. En we moesten toch lunchen, dat ging dus in één moeite door.
Coimbra vonden we een groezelige, wat vieze stad en buiten de universiteit was er weinig te beleven. Snel de auto in en naar Sintra (het miezerde een beetje). Onze B&B was gemakkelijk te vinden. Van buiten zag het er allemaal netjes uit. Een prachtige tuin met zwembad en heel veel bomen, apart stond een gebouwtje waarin de kamers ondergebracht zijn. En toen viel het toch wel even tegen.
De kamer was zeer basic, de badkamer klein en zo mogelijk nog eenvoudiger. Geen productjes, niet eens een doos kleenex. Ik had echt zin om snel weer weg te lopen maar geboekt is geboekt, dus we hadden weinig keuze wilden we geen tweemaal kosten maken.
En ach, we zouden toch veel weg zijn, dus we overleefden het hier wel. Maar ik begrijp toch nog altijd niet hoe ze op Tripadvisor op één konden staan. Maar dit geheel terzijde.
En toen stonden we daar in Lissabon. Ik had wel een stadsplan en we wisten wat we wilden zien, maar ik vond het toch een chaotische bedoening. Omdat Lissabon op zeven heuvels is gebouwd kochten we direct maar een dagkaart voor het openbaar vervoer. Daarmee mochten we ook op de hop-on, hop-off bus en zo lieten we ons heerlijk in de open bus door de stad voeren, met de haren in de wind.
Eerste stop was Belém aan de rivier Taag waar de beroemde ‘pastéis de Belém’ vandaan komen. Natuurlijk moesten we pastéis hebben van DE bakkerij. Na nog wat te hebben rondgewandeld en bekeken in Belém (beklimming van de Torre de Belém, bezichtiging van een deel van het Mosteiro dos Jerónimos) ging het terug met de bus naar het stadsdeel Baixa, de ‘lage’ moderne stad met grote gebouwen en immense pleinen.
Gezellig om rond te lopen, heel veel zonnige terrasjes met opdringerige obers, maar geen plek voor ons om te verblijven. Veel te druk. We waren uiteindelijk nog blij dat we ’s avonds terug naar onze basic B&B in Sintra konden!
Onze laatste dag in Sintra begon bewolkt. We bezochten Monserrate (paleis en park). Weer ging het op en neer in het prachtige park. In de namiddag nog een goed uur aan het strand van Praia do Guincho in Cascais gezeten tot er hele donkere wolken kwamen overdrijven. Toen zijn we maar naar Boca do Inferno gereden en hebben we ’s avonds onze valiezen ingepakt voor onze rit naar Algarve de volgende dag.
16 reacties