Roadtrip Algarve: bezoekje aan de spoed
Ik ben onhandig. Extreem onhandig. Het soort onhandig dat ervoor zorgt dat mijn reisgenoten meteen de dichtstbijzijnde spoed opzoeken als we ergens toekomen.
In maart dit jaar zijn we met een groep vrienden op skivakantie gegaan. En slechts enkele uren en een zestal pistes op onze eerst skidag, zat de pret er voor mij al op. Verdict: knie uit de kom en scheurtje in de ligamenten.
Zelfs voor mij was het een record zo snel op vakantie iets voor te hebben, meestal heb ik het geluk dat het pas voorbij de helft of op het einde voorvalt. Maar dat record heb ik intussen al verbroken. Maar laat ik even ik bij het begin beginnen.
Ik heb een soort van traditie waarbij ik altijd mijn verjaardag in het buitenland vier. En dit jaar zou daar geen uitzondering op zijn. Een weekje rondreizen in de Algarve met twee vriendinnen.
Paulien was nog nooit in Lissabon geweest dus met twee zouden we al enkele dagen vroeger vertrekken om de hoofdstad te verkennen.
Alles verloopt erg vlot en voor we het goed en wel beseffen, bevinden we ons op Portugese bodem. We willen een taxi van de luchthaven richting onze hostel nemen, maar de wachtrij is ongezien lang. De bus dan maar.
Het was een rit van slechts twintig minuten en Paulien kreeg al veel eerste indrukken van de stad. Just our luck dat het net het Eurovisie Songfestival was. Hierdoor zaten alle accommodaties bijna volledig volgeboekt en was een verblijf veel duurder dan normaal.
Ik was het jaar voordien al eens in Lissabon geweest en ik vond het frappant hoe de Eurovisie-gekte de stad volledig getransformeerd had. We stapten af en moesten slechts zeven minuten wandelen tot aan onze bestemming: the G-spot hostel. Maar helaas na vier minuten sloeg het noodlot toe.
Geladen met onze trekrugzak liepen we door de smalle, stijle steegjes van Lissabon. Tijdens een beproevende klim film ik Paulien die voor me loopt terwijl ik haar vraag of ze het leven nog ziet zitten. We lachen en op dat moment zie je hoe het beeld wegvalt. Er was een put in de weg die ik niet gezien had.
Ik had mijn voet omgeslagen en voelde meteen dat het niet goed was. Ik had een knak gehoord en mijn voet zwol meteen op tot ongeziene proporties. Ik lag lichtjes jammerend, lichtjes ironisch lachend op de grond terwijl Paulien tegenover me zat. Onvoorstelbaar.
Ze stelt voor om even door te bijten en naar onze hostel te manken waar we er wat ijs op kunnen leggen. Ze hijst haar eigen trekrugzak op haar rug en de mijne op haar buik. Ik voel me ontzettend schuldig. Altijd ziet ze mee af door mijn onhandigheid.
Ik spring, mank en hinkel de trappen op (uiteraard moest het een miljoen trappen zijn) en we bereiken eindelijk de hostel. Daar is het personeel super vriendelijk en helpen ze me meteen en geven me een zak koude erwten om erop te leggen. Na twintig minuten zeg ik tegen Paulien dat ik klaar ben om op verkenning te gaan.
Ik had de stad al eens gezien, maar zij nog niet en ik wilde haar tijd niet verspillen met in de hostel te zitten, geveld door mijn afschuwelijke karma. Helaas wordt het na enkele minuten al pijnlijk duidelijk dat een wandeling doorheen de prachtige straten van Lissabon onmogelijk is voor mij.
Ik besluit dan maar een taxi naar de spoed te nemen. Ik dring erop aan dat Paulien alleen op verkenning moet gaan, maar ze wilt er niets van horen. Samen uit, samen thuis. Dan besef je nog maar eens hoe geweldig je vrienden zijn.
Ik word in een rolstoel gedumpt en voor de wachtkamer van de dokter geplaatst. Aan het aantal mensen te zien, zal het wel even duren eer ik aan de beurt ben. Het ziekenhuis is erg vreemd, het lijkt wel in een soort van kerk of klooster gebouwd te zijn met de hoge plafonds en de indrukwekkende gewelven.
Buiten was het een broeierige 30 graden, maar binnen was het fris om maar niet te zeggen koud. Ik dwing Paulien te vertrekken en de stad te verkennen en ik beloof haar plechtig dat ik haar op de hoogte zal houden. Opgelucht dat ze vertrokken is en toch nog iets aan haar dag zal hebben, wacht ik af.
Minuten vliegen voorbij en na een uurtje word ik bij de dokter geroepen. Hij onderzoekt mijn voet en ik hou mezelf in hem niet te slaan elke keer als hij duwt of port of draait. Intussen heb ik de enkel van een 500 kg zware bomma die mooi donkerblauw ziet. In gebrekkig, maar verstaanbaar Engels zegt de dokter dat mijn voet gebroken is.
Ontzet schud ik mijn hoofd. Nee, dat kan niet. Ik wil niet dat mijn reis erop zit. Ik wil wandelen, klimmen, verkennen, springen, zwemmen. Ik kan de tranen amper bedwingen terwijl hij me naar een kamer rijden om een foto te laten nemen. Daarna word ik terug in de wachtzaal achtergelaten.
Even later pikt een andere dokter me op. Hij zegt, in heel slecht Engels, dat hij de foto’s bekeken heeft en er niets aan de hand is. Hoezo niets?! Vraag ik verontwaardigd, uw collega was er zonet nog van overtuigd dat het gebroken is en om eerlijk te zijn ziet het er ook zo uit.
Nee, gewoon verstuikt. Hier is een voorschrift voor wat medicatie en je kan beter gewoon naar huis gaan. Ik kan mijn oren niet geloven terwijl ik achtergelaten word op de gang. Ik moet zelf mijn weg naar de uitgang maar vinden. Ik probeer mijn rolstoel vooruit te krijgen, maar dat vlot niet zo goed.
Een lieve man helpt me en in gebrekkig Spaans probeer ik hem duidelijk te maken dat ik de salida zoek. Hij begrijpt me en brengt me naar de juiste plek. Ik wacht op een taxi en kruip er onhandig in. De chauffeur is een vriendelijk uitziende man die helaas geen woord Engels spreekt of verstaat.
Farmacia probeer ik en gelukkig begrijpt hij me. Hij parkeert de auto illegaal voor de apotheek, stap uit en snelt naar mijn kant om me te helpen. Ik koop de pijnstillers die de dokter me voorgeschreven heeft en de chauffeur helpt me terug in de auto. Ik kan niet geloven dat hij me zelfs geen steunverband of iets voorgeschreven had.
Mijn ongelooflijk lieve chauffeur zet me af aan het plein voor de hostel en ik wacht daar op Paulien. Ik ben blij dat ze de afgelopen drie uur heel wat van de stad heeft kunnen zien. Samen keren we terug naar onze hostel om ons te douchen en iets te gaan eten.
Na een kwatiertje wandelen is het duidelijk dat ik niet veel verder zal raken, gelukkig herinner ik me nog een leuke plek van mijn vorig bezoek. Het is niet ver wandelen, maar als je ooit in Lissabon bent, is ‘pharmacia’ een echte aanrader. Het ziet eruit als een simpel huis, maar alles is in apothekersthema. En ze hebben er de lekkerste chocoladetaart op aarde.
We ploffen neer en genieten van een frisse cocktail. Wat een dag. Wat een pech. Na een uurtje besluiten we op zoek te gaan naar iets om te eten. We belanden in een klein restaurantje in één van de vele steegjes. De obers zijn extreem vriendelijk, ze merken mijn ‘gemank’ en geven me een extra stoel om mijn voet op te leggen en wat ijs.
Na een heerlijke maaltijd besluiten we terug te keren naar onze hostel. Ik leg mijn voet onder enkele kussens zodat hij een hele nacht goed omhoog ligt. Ik kan alleen maar hopen dat hij gedurende de nacht wonderbaarlijk genezen is.