Het werelderfgoed van Greenwich (London in a hurry – deel 1)
Zo’n slordige veertig jaar geleden is het, dat we met de klas en onder begeleiding van onze leerkracht Engels naar Londen gingen. Dat was een super gemotiveerde leerkracht en om onze zelfredzaamheid te bevorderen wou ze zelf geen poot uitsteken bij het organiseren van de reis.
Dus trokken we met een paar klasgenoten naar de Gentse universiteitsstad waarvan we wisten dat er een goedkoop jongerenreisbureau was, want veel mocht dat allemaal niet kosten. We reserveerden tickets voor de ferry (van de kanaaltunnel was er nog geen sprake) en boekten een hotel in centrum Londen.
In die dagen had ik net als de meeste van mijn klasgenoten, nog niet veel meer gezien dan de Belgische kust en de Ardennen dus voor mij werd het een “grote” reis.
Veel kan ik er mij niet meer van herinneren, behalve dan de beeltenis van Jack the Ripper in een eng straatje dat mee het decor uitmaakte bij Madame Thussauds. We leerden er ook het verschil kennen tussen “a continental breakfast and an English one”.
Abusievelijk hadden we gedacht dat we in dat goedkope hotelletje zouden kunnen genieten van het uitgebreide ontbijt waarover we het in de Engelse les hadden gehad. Viel dat even tegen zeg ! En verder herinner ik mij nog één ding zeer levendig : de “tube” gaat er razendsnel, je moet je reppen bij het in- en uitstappen dus de traagste van de klas had pech.
De Britse Pond stond in die dagen zeer laag tegenover de Belgische Frank zodoende hebben we heel wat af geshopt. Het waren de laatste stuiptrekkingen van de hippiemode en we deden ons tegoed aan flodderjurken en dito blouses.
Sindsdien is veel water naar de zee gelopen. Een bezoek aan Londen is niet langer meer een “grote” reis maar een vlug tussendoortje. Wat echter wél hetzelfde is gebleven, is dat ik de stad graag op eigen houtje bezoek en het programma zélf bepaal. De lessen in zelfredzaamheid hebben hun vruchten afgeworpen.
Maar deze keer ligt dat anders …
Eén van de leuke aspecten aan het schrijven van reisverhalen voor deze website, is dat je er een snoepreisje mee bij elkaar kan sprokkelen. Dus een halfuurtje later dan voorzien stap ik een bus van Reizen Lauwers op voor een gegidste en door anderen georganiseerde reis naar Londen. Het zal een andere manier van reizen door Londen worden maar jawel … ik heb er zin in.
Zo ook mijn levensgezel die niet zo happig is op de kanaaltunnel en dus maar wat blij is dat de reisorganisator voor het ruime sop gekozen heeft. Maar mistig als het is, zullen we van dat ruime sop weinig te zien krijgen.
Dat we met een half uur vertraging vertrekken heeft alles met “de lichtjes van de Schelde” te maken. De lichten in de Kennedytunnel hebben het nog maar een keertje laten afweten met een enorme file tot gevolg. Maar de toon is gezet. De gids heeft, naast een voor imitatoren geliefd stemtimbre, een droog gevoel voor humor en dat zint me wel.
Bovendien kent hij Londen op zijn duimpje vermits hij er jarenlang heeft gewoond. Ook dat bevalt me.
Maritiem Greenwich
Het eerste bezoek op Britse bodem is er eentje aan de voormalige site van het Royal Naval College. Na een inleidend woordje van de gids hebben we ongeveer anderhalf uur de tijd om vrij rond te wandelen en dat is niet veel als je bedenkt dat dit een wereldsite is dat juist daarom op de Unesco Werelderfgoedlijst staat.
Op het einde van de 17de eeuw werd hier in opdracht van Mary II het Royal Hospital for Seamen gebouwd en dit nadat ze nogal overstuur was geraakt bij het zien van de vele gewonde zeemannen die terugkwamen van een of andere bloederige slag bij La Hogue.
Het gehele complex is een architectonisch hoogstandje geworden bij zoverre dat nogal wat filmproducers er gespreid over de jaren hun tenten hebben opgeslagen voor kaskrakers als : Four weddings and a funeral, The King’s speech, Pirates of the Carribean en vele andere.
Het ziekenhuis werd in 1869 gesloten en de gebouwen werden omgebouwd tot een opleidingscentrum voor de Royal Navy. Mocht jij je uit jouw geschiedenislessen nog weten te herinneren welk een wereldmacht het Verenigd Koninkrijk is geweest, dat kan je je wellicht voorstellen dat deze omgeving letterlijk geschiedenis uitademt.
In het foldertje van de Royal Museums Greenwich dat ik hier gauw, gauw weet mee te scharrelen staat niet voor niets : One place that changed the world.
Jammer genoeg krijgen we hier niet echt veel tijd om een en ander te bekijken. Dus veel meer dan een blik werpen op het National Maritime Museum waar het uniform dat Nelson droeg op het ogenblik dat hij dodelijk gewond werd tentoongesteld is, doen we niet.
Dus gauw naar The Painted Hall wandelen maar we hebben pech. De prachtige muur en plafondschilderingen van Sir James Thornhill die er tussen 1707 en 1726 werden geschilderd en waarvoor de brave man nog steeds op zijn centen wacht, is uitgerekend nu aan restauratie toe.
Het enige wat we zien zijn stellingen en nog eens stellingen maar leuk om weten is dat je nog tot diep in 2019 (want dan zou het werk klaar moeten zijn) de tijd hebt om een gegidste rondleiding mee te maken rakelings langsheen de plafondschilderingen.
Een “Once-in-a-lifetime change” om volgens The Evening Standard “A ceiling that rivals Michelangelo’s” van wel heel nabij te kunnen bewonderen. Jammer, een volgende rondleiding waar nog wat plaatsen vrij zijn start pas over een paar uurtjes. Tja … of The Painted Hall terecht of ten onrechte de Britse sixtijnse kapel wordt genoemd, kan ik dus niet beoordelen.
https://www.ornc.org/painted-hall-ceiling-tours-tickets#78GdYAEgzI7Pqo1e.97
Dan maar blij zijn met de voldoende tijd om even de kop binnen te steken in The Royal Chapel maar ook hier hebben we pech : er zal zo dadelijk een huwelijksplechtigheid plaatsvinden en we mogen er niet in. De keurig uitgedoste genodigden gunnen ons geen blik op het nochtans veelbelovende interieur van de Chapel.
De Royal Navy verliet in 1998 de plek en sindsdien worden de gebouwen verhuurd aan de Universiteit van Greenwich én aan het Trinity College of Music. Ter hoogte van het King Charles complex heerst een kakofonie van jewelste. Lessen in jazz vermengen er zich met stukken van een aria uit een of andere opera en vermits met dit warme weer de vensters open staan, juist …
De site is overigens behoorlijk groot, we wandelen tot aan het hekwerk waar we The Queens House op de digitale plaat zetten en we nog een heel stuk daarachter de rode bol ontwaren bovenop The Royal Observatory waar de nulmeridaan van Greenwich doorheen loopt. The Queens House kan je gratis bezoeken en als je er de tijd voor hebt, doe dat dan zeker. Je kan er immers het overbekende Armada Portret van Elisabeth I bewonderen.
En verder bekijken we nog op een rappeke het bezoekerscentrum dat een heel duidelijk beeld geeft over hoe het leven destijds moet zijn geweest in het Maritiem Ziekenhuis.
Hoewel weinig tijd, ben ik toch blij dat ik dit stukje Londen zie. Het is een proevertje meer niet, maar het smaakt naar meer. Greenwich zet ik vast nog eens in mijn reisagenda.
Maar nu is het de tijd om naar de pier te wandelen want daar ligt de boot die ons in ongeveer een uurtje over de Theems naar het kloppend (doch momenteel ingepakte hart) van Londen zal brengen : the big Ben.
Moet ik de volgende keer ook op mijn agenda zetten. Bedankt voor de tip An
You’re welcome