AUSCHWITZ-BIRKENAU
Voor de derde dag van ons verblijf in Polen heb ik een uitstap gepland die af en toe als een zware schaduw over deze trip hangt. Ik neem de auto en laat de GPS zoeken naar een ongeveer 70km verder gelegen industriestadje. Oświęcim werd in het kader van de Germanisering door de nazi’s omgedoopt tot Auschwitz.
Het grootste concentratie- en vernietigingskamp uit de geschiedenis en daardoor hét symbool van de holocaust. Op vraag van de overlevenden is dit een herdenkingsmonument geworden waar jaarlijks miljoenen toeristen op afkomen.
Ik ben dan ook verbaasd over de haast lege parking bij mijn aankomst, maar blijkbaar ben ik weer eens verkeerd gereden en voor mij ligt Auschwitz II (Birkenau), het gigantische terrein met oneindig veel barakken en helemaal achteraan restanten van de gaskamers.
Ik moet terugkeren, de spoorwegbrug over om zo bij Auschwitz I, het Stammlager, te komen, waar de triestige tocht kan beginnen. Hier staat een lange rij mensen te wachten om onder begeleiding van een gids een drie uur durend bezoek af te leggen. Tussen de vele wachtenden zie ik het vervelende koppel van in Klezmer-Hois staan.
Onze gids heet Petr en we krijgen een headset om te horen wat hij vertelt, ook al staat hij meestal heel dicht bij ons. We passeren de entree met het bekende opschrift Arbeit macht frei, een cynisch verzinsel uit het brein van kampcommandant Höss.
Kort tevoren heb ik het boek ‘Pelgrim in Auschwitz’ van Jos Pauwels gelezen en dat blijkt zowel inhoudelijk als mentaal een goede voorbereiding. We krijgen een naar ik schat vijftien meter lange vitrine te zien met daarachter een berg vrouwenhaar, zo hoog als ik groot ben. Twee ton haar ligt achter het glas opgestapeld.
De Duitsers lieten niets verloren gaan: vrouwenhaar werd verwerkt tot doeken. En een gedeelte van dat vrouwenhaar (zeven ton!) werd dus gevonden door Russen, wanneer ze het inmiddels verlaten kamp binnentrokken. Uit analyse bleken deze haren restanten te bevatten van Zyklon-B, een luizendodend pesticide dat gebruikt werd in de vernietigingskamers.
We krijgen nog een reeks macabere restanten voorgeschoteld: bergen scheerkwasten, bergen brillen, bergen reiskoffers met daarop naam en adres van de eigenaars (om de mensen te doen geloven dat ze deze na hun werkperiode weer konden terugvinden).
Maar ook bergen tandenborstels, bergen potten en pannen, een uitgebreide verzameling kunstbenen en krukken, een gang van tientallen meters lang met aan weerszijden schoenen, inclusief kindermodellen en dit tot ontzetting van enkele verbijsterde bezoekers. Zij weten niet dat kinderen ook gedeporteerd werden en kansloos waren bij de selectie op het treinperron.
Enkel fitte mannen en een klein percentage fitte vrouwen werd in staat geacht goed werk te kunnen leveren. Dat werk gebeurde meestal in het inmiddels ontmantelde Auschwitz III (Monowitz) ten dienste van IG Farben, dat een patent had op Zyklon B. IG Farben kennen we vandaag onder de naam Bayer, BASF en Agfa.
Wat verderop komen we in een andere lange gang, met aan beide muren ingelijste foto’s van gevangen in hun streepjesplunje. Onder hun foto de naam, voornaam, geboortedatum, beroep, afkomst, datum van aankomst in Auschwitz en tot slot datum van overlijden. Sommigen kijken apathisch, anderen zien er onbreekbaar uit.
Ik betrap me erop dat ik, afgaande op de foto, begin te gokken hoe lang ze zouden geleefd hebben in het kamp. De ene stierf binnen de week, een andere na twee maanden en een minderheid na meer dan een half jaar. Dat was allemaal op voorhand berekend door de Duitsers.
Kampgevangenen kregen net te veel eten om snel dood te gaan en te weinig om lang in leven te blijven. Voor iedere gevangene werd keurig genoteerd wat de kost en opbrengst was. En zoals gezegd, niets ging verloren: alle bezittingen werden inbeslaggenomen, haren verwerkt en tandvullingen verwijderd alvorens de lijken in de verbrandingsovens verdwenen.
Soms overtrof de vernietigingscapaciteit van de gaskamers deze van de crematoria en werden stapels lijken in openlucht verbrand. In en rond Auschwitz hing permanent de penetrante stank van verbrand vlees. De omwonenden moeten op zijn minst vermoed hebben welke gruwel er zich binnen de prikkeldraad voltrok.
Het verzet wist foto’s te maken van de brandende berg dode lichamen. Eigenlijk wisten heel veel mensen wat er aan de hand was. Paus Pius XII was op de hoogte, de geallieerden uiteraard ook en hetzelfde gold voor de Zionisten.
Maar als ze moesten kiezen tussen zich het lot aantrekken van de Joden in Europa enerzijds en het opbouwen van een Jodenstaat anderzijds, dan was de keuze snel gemaakt. En de Duitsers zelf lagen er al helemaal niet wakker van: ‘De weg naar Auschwitz was gebouwd uit haat, maar geplaveid met onverschilligheid’.
Zo omschrijft de bekende historicus Ian Kershaw de houding van het Duitse volk ten aanzien van het lot van de Joden: (immorele) onverschilligheid. Vraag is of iemand bij machte was om iets te ondernemen. Volgens sommigen had men op zijn minst de spoorlijnen naar Auschwitz kunnen bombarderen of saboteren, wat al zeker een stevige spaak in het wiel van de vernietigingsmachine zou steken.
We gaan verder naar het volgende gebouw, waar ‘recht’ werd gesproken over weerbarstige gevangenen. Op de binnenplaats staat de muur waartegen veroordeelden gefusilleerd werden. Het is beginnen regenen en dat is maar goed ook: deze dag begon net iets te zonnig en zomers voor een bezoek aan Auschwitz.
Ik zie een kaart van Europa met daarop pijlen die de transporten naar de grote Endlösungsfabriek weergeven: van Oslo tot Rhodos en van de omgeving van Parijs tot in de Sovjet-Unie. Ze kwamen van overal en ze kwamen met veel. Ongeveer 1,3 miljoen mensen werd gedeporteerd naar Auschwitz, waarvan 1,1 miljoen stierf – het merendeel in de gaskamers.
In deze ruimte verander ik voor het eerst het kanaal van mijn headset waardoor ik niet Petr maar de gids van wat verderop bezig hoor. Steunend op haar paraplu vertelt ze gepassioneerd en met veel toonwisselingen, zodat ze er zelf emotioneel van wordt. Ik kijk terug naar de gortdroge Petr, die er met zijn staartje en sik meer uitziet als een boswachter dan een Auschwitz-expert.
Tja, het zal je beroep maar zijn om dag in dag uit een horde toeristen onder te dompelen in het diepste dal van de mensheid. Toeristen die maar niet ophouden alles te fotograferen met hun smartphones en daardoor nog amper oog en oor hebben voor de gids.
Ik zat op dat moment nog in mijn reactionair snobistische fase en had nog geen smartphone, want een telefoon diende immers om te bellen en desgewenst te sms’en. Trouwens, alles is toch al lang geregistreerd. Wilhelm Brasse, de portretfotograaf van Auschwitz, wist het uit te houden tot de allerlaatste dag en zorgde ervoor dat een groot deel van het foto-archief niet vernietigd werd.
Sommige van zijn beelden komen steeds weer terug in de vele boeken. Zoals de foto van Czeslawa Kwoka, het arme meisje dat plaatsnam voor de lens van Brasse nadat de Duitstalige kapo haar tot bloedens toe geslagen had omdat het kind haar niet verstond.
Het beeld van dit onschuldig bang meisje gaat door merg en been, net als de bekende foto van de twee uitgemergelde tweelingen die op bevel van dokter Mengele gefotografeerd moesten worden. Een andere kampdokter vroeg dan weer om alle foto’s van getatoeëerde gevangenen meteen door te spelen.
Zo is er een anekdote in het boek van Brasse over een Oekraïense man wiens rug volledig getatoeëerd was en waarmee de fotograaf een aangenaam babbeltje kon doen. Hij had de Oekraïener zelfs een sigaret kunnen aanbieden, omdat de kapo even uit het zicht verdwenen was.
Enige tijd later zag Brasse op een andere locatie in het kamp de afgestroopte huid van deze man. Kaftpapier voor een boek van de dokter. Ik trek dus geen foto’s, omdat het officieel verboden is en vooral omdat het toch maar fletse beelden zou opleveren die niets betekenen in het licht van dat soort gruwel.
Alvorens de bus naar Birkenau te nemen houden we nog halt bij de galg waar kampcommandant Höss in 1947 geëxecuteerd werd. Höss was in de jaren dertig lid geworden van de SS op vraag van Himmler, die hem later zou aanduiden als chef van het op zijn bevel opgerichte concentratiekamp.
En diezelfde Himmler zou Auschwitz meer dan één keer bezoeken om te kijken hoe het stond met de zoektocht naar een efficiëntere en vooral meer afstandelijke manier om mensen te doden (het afknallen van vijanden met een geweer bleek voor velen een zware mentale belasting). Niet ver van de galg staat een bunker waarin de eerste gaskamerexperimenten plaatsvonden.
Dat gebeurde met Russische gevangenen die een nacht werden opgesloten met Zyklon B. Sommigen bleken de dag erna nog in leven en dus moest de techniek nog wat bijgeschaafd worden. Dat kreeg zijn beslag een beetje verderop, in Auschwitz-Birkenau. Na een korte busrit betreden we het uitgestrekte drassige terrein door het treinspoor te volgen onder de uitkijktoren.
Er staat een wagon waarin destijds de gedeporteerden vervoerd werden. Een beestenwagen die zodanig volgestouwd werd dat iedereen moest blijven rechtstaan, zelfs al duurde de dodenrit meerdere dagen. Sommigen waren al overleden voor de trein toekwam in Birkenau. Na aankomst bepaalden de dokters wie links en wie rechts moest gaan staan.
De rechtse groep werd vriendelijk begeleid naar de gebouwen achteraan tegen de rand van het bos, zogezegd om een verkwikkende douche te nemen. De doucheruimte werd hermetisch afgesloten en door een schacht in het plafond werkte men een blik Zyklon B pellets naar binnen.
Zowel links als rechts van het treinspoor zien we de schijnbaar oneindige reeks barakken, de destijds overbevolkte paardenstallen waarin de gevangenen sliepen. We zien de houten constructies, drie etages hoog, waarin de zwart-wit gestreepten sliepen en de latrines waar sommigen ingleden omdat ze verschraald waren tot een zwalpend skelet van in de dertig kilogram.
Er stonden iets meer dan 250 barakken in Birkenau, goed voor 100.000 gevangenen. Op verschillende plaatsen lopen groepjes Israëlische schoolkinderen onder leiding van een leerkracht. Velen hebben de vlag met de blauwe davidster over hun rug gedrapeerd. Hoe beleven zij dit bezoek aan het symbool van de holocaust, een verplichte schooluitstap in Israël?
Ze verzamelen aan een herdenkingsmonument vlakbij de restanten van de gaskamers en houden een soort wake. Anderen staan geboeid te luisteren naar hun leraar die halte houdt bij het vijvertje waarin vroeger de assen van het crematorium verdwenen.
Om een idee te krijgen van de hallucinante schaal waarop joden in Auschwitz vergast werden moet je toch eens mee volgen wat er in de zomer van 1944 gebeurde. Dat Duitsland de oorlog niet zou winnen was dan al duidelijk en dus veranderde het pro-Duitse Hongarije het geweer van schouder.
Vanaf dan ging alles pijlsnel en begon een operatie onder de naam Aktion Höss om de tot dusver gespaarde Hongaarse Joden massaal te deporteren naar uitroeiingskampen. Die zomer belandden op amper iets meer dan twee maanden tijd 437.402 Hongaarse Joden in de gaskamers van Auschwitz.
Petr zet een punt achter de rondleiding en zij die dat wensen mogen nog wat rondwandelen of eens binnengaan in de uitkijktoren. Daar bedankt ik voor: hoe sneller ik hier weg ben, hoe beter. Aan de Péage richting Krakau ontstaat een kleine rel omdat iemands betaalmethode niet aanvaard wordt wat voor de nodige vertraging zorgt.
Mensen stappen uit, beginnen te schelden en driftig met hun armen te zwaaien. Waar maken ze zich druk over?
Ruud, je krijgt van mij een “like” niet omdat dit een “leuk” verslag is maar wel omdat ik van mening ben dat jouw verslag op zijn minst moet gelezen worden. Naar Auschwitz reizen zou trouwens meer mensen moeten doen. Zelf was ik er ook en ja … nog steeds moet ik er van slikken. Lees eventueel mijn verslag een keertje met als titel “De verborgen wereld van Anne Frank”. Ik volg daarin en gespreid over de jaren het traject dat Anne heeft afgelegd.
Jouw gevoel herken ik volledig, ik had ik geen “goesting” om foto’s te nemen. En jawel … ze hebben het wel degelijk geweten. Lees daartoe het boek “De man die naar Auschwitz wilde” van Denis Avey. Deze Britse soldaat werd als krijgsgevangene tewerkgesteld waar hij samen werkte met joodse gevangenen uit het nabijgelegen Auschwitz. Als krijgsgevangen werd hij natuurlijk ik een ander kamp beter verzorgd. Dus op een dag vatte hij het plan op om zijn plunje te ruilen met dat van een Joodse gevangene zodat hij een aantal dagen ter plekke kon “meeleven”. De Jood zelf kon wat aansterken en brieven naar het thuisfront versturen.
Wat jouw verzuchting omtrent Israël (ik las ook jouw andere verhalen) betreft, beveel ik jou nog een tweede boek aan van de Joodse Norman Finkelstein “De Holocaust-industrie”. Dit controversieel boek heeft ertoe geleid dat de auteur ervan bij de Joden wordt gezien als “nestbevuiler”.
Bedankt An! Ik probeer je verslag over Anne Frank te vinden, maar als ik op ‘oudere berichten’ klik, dan kom ik een pagina met mijn eigen reisverslagen terecht. Zou je anders de link eens kunnen sturen? Dat boek van Denis Avey kende ik nog niet, maar Finkelstein heb ik ook al gelezen. Ik kan ook Primo Levi aanraden! Groetjes, Ruud
Bedankt voor jouw leestip, Ruud. Ik merk nu dat er in mijn vorige reactie nogal wat tikfouten zitten, mijn excuses hiervoor.
Ziehier de link waar jij om vroeg : https://evenaar.tv/reisverhalen/2018/04/de-verborgen-wereld-van-anne-frank/
Ik heb hetzelfde probleem als jij wat betreft het willen bekijken van andermans oudere verslagen. Moet een fout in het programma zijn. Maar je kan natuurlijk ook steeds zoeken via de zoekfunctie rechts bovenaan ieder pagina. Handig om te weten wanneer je bijvoorbeeld een reis voorbereid. Dan kan je via die functie eens kijken of iemand er al wat over heeft geschreven.
Ik vond het concentratiekamp in Breendonk al huiveringwekkend maar hoe erg dit ook is, dit kamp wil ik toch ook wel eens bezoeken
Eigenlijk wou ik de “niet leuk” knop drukken. Niet omdat je verslag me niet boeide maar omdat “ik vind dit leuk” tegenstrijdig is met mijn emotie bij het lezen ervan. Huiveringwekkende geschiedenis. We kennen allemaal wel de beelden die de wereld rondgaan maar een concenratiekamp bezoeken is toch aangrijpender. Ik bezocht een aantal jaren geleden in het Oost-Duitse Weimar het kamp Buchenwald. De filmvoorstelling daar heb ik voor beëindiging verlaten…