IN DE VOETSPOREN VAN OSKAR SCHINDLER
Na de Vodka Tour en een heuse communistische luxe-trip in een vintage Trabant maken we in Krakau heel graag tijd voor een bezoek aan de fabriek van Oskar Schindler en de nabij gelegen wijken Kazimierz en Podgórze.
De permanente expositie Krakau tijdens de Nazibezetting 1939-1945 in de emailfabriek die Oskar Schindler opkocht begin 1940 is een must-see. De tentoonstelling is opgebouwd in meer dan twintig chronologische delen, elk in een totaal anders ingerichte ruimte, te beginnen bij de warme zomerdagen voor de Duitse invasie tot de intrede van het Rode Leger.
Je hoort het geluid van de sirenes en het gekletter van de Duitse legerbotten op de kasseien, je ziet de aanplakbiljetten met de nieuwe regels, de getuigenverslagen van de overlevenden en de minuscule tanks waarmee het kansloze en inderhaast gemobiliseerde Poolse leger ten strijde trok.
Op 1 september 1939 openden de Duitsers verschillende aanvalsfronten en na amper een week vestigden ze hun hoofdzetel in Krakau. Veel inwoners waren gevlucht naar Warschau omdat ze dachten dat het daar veiliger was, maar de hoofdstad werd compleet platgebombardeerd en iedereen keerde van een kale reis terug naar het intact gebleven Krakau.
Onder hen de familie van de kleine Roman Polanski, die zijn herinneringen aan deze periode verwerkte in The Pianist. Net als de andere Joden uit Kaziemerz moest de familie Polanski met enkele koffers de Wisla oversteken naar het getto.
Van de 68.000 Joden uit Krakau (een kwart van de toenmalige bevolking) moesten er 17.000 gedwongen verhuizen naar het getto in Podgórze, waar voorheen 3.000 mensen woonden. De rest werd gedeporteerd naar gebieden in de omgeving van Krakau.
De synagogen gingen dicht en de gettobewoners, die met meerdere families moesten samenhokken in één appartement, verrichtten dwangarbeid in de nabijgelegen werkkampen. Het getto werd ommuurd, de willekeurige razzia’s steeds talrijker.
Bij de liquidatie van het getto begin ’43 deporteerden de Duitsers duizenden Joden naar het werkkamp Płaszów (in Krakau) en de rest werd terplekke afgemaakt. In Schindler’s List zie je hoe Oskar Schindler de liquidatie van het getto aanschouwt vanop een nabijgelegen heuvel en het lijkt erop dat daar zijn Duitse Mark valt met de bekende gevolgen vandien.
Een deel van de film speelt zich af in Płaszów, waar de meedogenloze en immer bezopen SS-commandant Amon Göth de plak zwaaide. Het verhaal van de 1.100 werknemers van de Schindlerfabriek, die gespaard bleven van de vreselijke terreur, behoort dankzij de verfilming van Spielberg tot het collectieve geheugen.
Maar de expositie toont een veel breder verhaal dan dat en wil een ‘geheugenfabriek’ zijn van alles wat zich afspeelde tijdens de nazi-bezetting. En Schindler was uiteraard niet de enige die – zij het pas na verloop van tijd – zijn nek had uitgestoken.
Minder bekend wegens niet verfilmd is het verhaal van Albert Göring, de broer van Hermann Göring, die als exportdirecteur van de Škoda-fabriek in Pilsen Joodse dwangarbeiders hielp ontsnappen. In ’44 moest Schindler zijn emailleerfabriek sluiten en zorgde hij ervoor dat de werknemers overgeplaatst werden naar het werkkamp Brünnlitz in wat vandaag Tsjechië is.
Het vrouwentransport maakte door een misverstand nog een tussenstop in Auschwitz, maar bleef gespaard van de gebruikelijke procedure. Driekwart van de mensen die daar toekwamen verdween immers rechtstreeks in de gaskamers.
Van de vrouwen die toekwamen op het perron in Auschwitz overleefde zelfs minder dan een kwart de eerste dag en van de kinderen omzeggens niemand. We deden er iets meer dan twee uur over om de gehele expositie in de Schindlerfabriek te doorlopen en kunnen gerust nog een keertje terugkeren omdat we lang niet alles gezien of gelezen hebben.
Bij momenten moesten we ons voorbij een horde Scandinavische bejaarden wringen die een hele tentoonstellingsruimte innamen. Probeer maar eens een infopaneel te lezen terwijl een gids zo’n meute ouderlingen toeschreeuwt in het Engels, waarna een al even luide versie in het Smorrebröds door de kamer galmt.
Los daarvan heeft het bezoek aan de Schindlerfabriek mijn hoge verwachtingen zeker ingelost: iedereen die Krakau bezoekt moet dit gezien hebben. Het is volstrekt onmogelijk om alle highlights van deze stad aan te doen op korte tijd en iedereen – ook wij – zal keuzes moeten maken. Laat dit er dan zeker één zijn.
We verlaten de fabriek en trekken te voet naar de Joodse wijk Kazimierz, via de voetgangersbrug van Podgórze. Deze moderne brug hangt vol sloten waarvan geliefden de sleutels allicht in de Wisla gezwierd hebben om zo hun eeuwige liefde symbolisch te bezegelen.
Onderweg zien we een prachtige muurschildering en wanneer we aan de overzijde van de rivier even een halte inlassen zien we in Ktadka Café dezelfde tekening op de binnenmuur.In tegenstelling tot elders genoten Joden in Krakau al sedert de 12de eeuw van door wet gegarandeerde vrijheden.
Koning Casimir De Grote versterkte deze garanties en voegde in 1335 twee bestaande wijken samen tot de stad die naar hem genoemd werd: Kazimierz. Meer dan vijfhonderd jaar lang was dit het centrum van het Joodse leven in Krakau en veel Joden die in het buitenland op vlucht waren voor pogroms vestigden zich in deze wijk.
Er kwamen 120 synagogen en wanneer Kazimierz een overbevolkte wijk van Krakau werd in plaats van een onafhankelijke stad trokken vele rijkere Joden weg naar de nabije omgeving en naar Podgórze aan de overkant van de rivier. Een van de verpauperde Joden die achterbleven was Chaja Rubinstein, de oudste van acht dochters.
Ze ontvluchtten de armoede naar het buitenland, gewapend met een recept voor een verzorgingsproduct van haar grootmoeder. Chaja veranderde haar naam in Helena, bouwde een gigantisch cosmetica-imperium uit en werd één van de rijkste vrouwen ter wereld.
Tijdens de tweede Wereldoorlog moordden de Duitsers zowat de hele Joodse bevolking van Krakau uit en na een periode van verwaarlozing onder het communistisch bewind leefde Kazimierz recent weer helemaal op.
De wijk diende immers als decor voor veel passages uit Schindler’s List, hoewel die feiten zich eigenlijk afspeelden in Podgórze. Vandaag merk je in Kazimierz een revival van de Joodse cultuur.
Een aantal Joden uit Israël en de VS keert terug naar hier en overal is live Klezmermuziek – een Jiddisch muziekgenre – te horen. In de wirwar van straatjes en steegjes, zien we een hele reeks trendy boetiekjes en galerijen en er hangt een bohémien-achtige sfeer. We lopen voorbij het ‘nieuwe plein’ Plac Nowy met de vele cafés en bars, waarna we live Klezmer-muziek horen uit de Izaaksynagoge.
De avond breekt aan en G. wil aanvankelijk iets gaan eten in het hummusrestaurant dat Vero aanbeval tijdens onze Vodka Tour, maar uiteindelijk gaan we voor een koosjer diner in het traditioneel Joodse restaurant Klezmer-Hois.
De visgraatparket, donkere meubels, Joodse kandelaars, kanten tafelkleden en vele afbeeldingen aan de muur zorgen voor heel bijzondere sfeer. We eten in olie gepekelde haring, hummus en ganzenlevertjes in ajuin. Halverwege het diner krijgen we een live-optreden te zien van een Klezmerband.
De weinige aanwezigen genieten zichtbaar van de muziek en het dedain koppel uit Wallonië aan de tafel naast ons neuriet enkele herkenbare melodieën veel te hard mee.
Ik krijg de indruk dat deze aanstellers ongevraagd een soort van savoir-vivre kenbaar willen maken aan de rest van het restaurant en wanneer het driekoppige orkest opkijkt van hun gebrom draai ik mijn ogen weg ter afkeuring.
Hoewel de violist na ieder nummer uitgebreid geeuwt of hoest achter zijn viool speelt het trio de zevenarmige kandelaars van de kast. Soms doet de muziek me denken aan Black Cat, White Cat, dan weer aan de Gipsy Kings.
Op dat moment leek het me een rare gedachte dat een Joods muziekgenre iets met zigeuners te maken zou hebben, maar achteraf lees ik op internet dat het inderdaad zo is.
Fijn om te lezen en weeral wat wijzer. Staat nu bij op mijn lijstje om te bezoeken
Weer een andere kijk op Krakau, enerzijds kreeg ik het koud bij de passage rond de Schindler-fabriek dan weer warm bij je beschrijving van het muziekorkest. THX Ruud
Thanks Manja! Het zwaarste stuk moet nog komen, want ik ben uiteraard ook naar Auschwitz geweest en dat was een tamelijk schokkende ervaring… Groetjes, Ruud