Je gelooft het misschien niet maar toch is het écht waar : ik was op citytrip in Amsterdam toen op het pleintje om de hoek de cineast Theo Van Gogh werd vermoord en een jaar eerder logeerde ik in een Duits kasteel waar in de achtertuin een echtelijke ruzie ontaarde in een bloedbad.
Deze keer wou ik de “scene of the crime” heel bewust zélf een keertje opzoeken of tartte ik hiermee juist net het lot ?
Scene of the crime ? Jawel ! Ik denk dat ik in een vorig leven Britse moet zijn geweest want ik ben werkelijk dol op alles wat met het Angelsaksische leven te maken heeft dus ook op de Britse crimeseries zoals Morse, Lewis, Midsomer Murders…
Het zijn vooral de dorpjes uit deze laatste serie die bij mij zeer tot de verbeelding spreken. De fotogenieke cottages, de scheefgezakte grafstenen op het schaduwrijke kerkhof, de fancy fairs, de fietsende roddeltante die net wanneer de camera begint te draaien met een mand vol boodschappen komt voorbij gereden.
Ach … wat heerlijk ! Dus tijdens onze zwerftocht op Britse bodem zou ik graag genieten van dit alles.
Nu is deze website echt super maar ze heeft ook zo haar nadelen. Ter voorbereiding van onze trip las ik hier zo een en ander. Blogger Inge had leuke ideeën maar anderen ook.
Dus toen reistipper Ward met een verslag over de woningen van Charles Darwin en Winston Churchill kwam aanzetten, was het hek helemaal van de dam vooral ook omdat ik sinds het huwelijk van prins Harry met zijn Meghan ook veel goesting had gekregen in een bezoek aan Windsor Castle.
Een paar reisgidsen uit de bibliotheek maakten de voorbereidingen bovendien nog lastiger : ik kreeg keuzestress !
En vermits de overzet H/T al maanden van ter voren was geboekt, zat het er niet in om er nog wat extra vakantiedagen aan te breien.
Dus om de stress thuis te laten, vertrekken we – zoals we wel vaker doen trouwens – met de idee : we zien wel waarheen de weg ons zal leiden. Geen duidelijk plan dus en geloof me … wat geeft dat rust in het hoofd !
Is het omdat we naar Engeland varen dat het Belgische weer ons mistig en regenachtig uitzwaait ? Bij wijze van troost mocht het weer aan de andere kant van het kanaal – zoals wel vaker – niet veel soeps zou zijn ? Na de hitte van de bijna voorbije zomer kan het me eerlijk gezegd weinig schelen.
We overnachten op de ferry-parking van de gloednieuwe terminal in Loon Plage nabij Duinkerken. De afvaart staat gepland nog voor het krieken van de dag. En omdat we onze hond meenemen en we zijn adelbrieven moeten voorleggen, willen we ons zo vroeg mogelijk aanmelden.
De Britten zijn immers streng wat het meereizen van honden betreft. Vroeger mocht het al helemaal niet, nu dus wel maar er zijn strikte voorwaarden op vlak van inentingen e.d. Tussen de 125 uur en 24 uur voor afvaart moeten trouwe viervoeters worden ontwormd (dus pillen slikken), medisch goedgekeurd worden en alle nodige vaccinaties zoals bijvoorbeeld hondsdolheid mogen niet vervallen zijn.
Het Europees paspoort van de hond met de nodige handtekeningen en stempels van de dierenarts mag zeker niet bij vergetelheid op de keukentafel blijven liggen of je trouwe rakker blijft in eenzame quarantaine achter.
In een tijdperk van terreur worden de documenten van de hond warempel uitvoeriger bestudeerd dan de onze en na goedkeuring krijgen we een pet-sticker op de voorruit gekleefd. Maar het moet worden gezegd : van zodra je hond op Britse bodem is, wordt hij gesoigneerd als was hij “the queen herself”.
De hond is werkelijk overal welkom. Je kan geen pub of winkel binnenwandelen zonder dat je viervoeter “a biscuit” krijgt en werkelijk overal staan de meest alleraardigste drinkbakken neergepoot.
De zee is rustig, de hemel jammer genoeg bewolkt dus van de zonsopgang op zee merken we niets. The white cliffs of Dover liggen een uurtje later wél in de zon en ze zal ons gedurende de ganse reis vergezellen.
Het links rijden is toch altijd opnieuw wat wennen en al zeker aan de rotondes kunnen we maar beter ons brein herprogrammeren. Die rotondes zijn trouwens vaak niet meer dan een ronde verfplek op de weg en vermits die niet altijd even zichtbaar is, zijn die zogenaamde ronde punten wel uiterst verwarrend voor wie de betreffende voorrangsregels wil eerbiedigen. Maar het lukt.
We zijn bij de eerste bezoekers van de dag aan de kathedraal van Canterbury en dat is een luxe. Een tweetal decennia geleden was ik hier ook al een keertje en toen konden we er over de koppen lopen.
Vandaag is er nauwelijks een sterveling te zien behalve een handvol bouwvakkers dan. Ze zijn volop bezig met het restaureren van het overigens prachtige bouwwerk. Een en ander staat dus jammer genoeg in de stellingen maar desondanks is er veel schoonheid te zien.
Canterbury klinkt mij sinds mijn humanioratijd bekend in de oren en wel omwille van de Canterbury Tales die geschreven werden door Geoffrey Chaucer. Dit literaire werk uit de 14de eeuw is hét schoolvoorbeeld van wat een raamvertelling is.
Een hoofdverhaal als kader voor meerdere kleinere verhaaltjes. En het hoofdverhaal is dat van een stel pelgrims die van Londen op weg zijn naar de kathedraal van Canterbury. Het wordt omschreven als een uiterst grappig verhaal maar zelf vond ik het destijds eerder suf.
Gedwongen lectuur is dat meestal, vind ik en bovendien zal mijn indruk van toen ook wel te maken hebben gehad met het feit dat mijn kennis van de Engelse taal (laat staan die uit de 14de eeuw) nog in zijn kinderschoenen stond.
Canterbury is werelderfgoed dank zij de bouw van de kathedraal en het martelaarschap van aartsbisschop Samuel Becket die in 1170 nota bene in de kathedraal vermoord werd. (jawel, daar gaan we !) Die kathedraal is trouwens gebouwd op de ruïnes van een Saksische kerk. Daar zie je nog – overigens mooie- stukken en brokken van.
Becket kreeg dan weer een eervol graf in de speciaal daartoe gebouwde Trinity Chapel en sinds zijn heiligverklaring werd de kathedraal meer dan driehonderd jaar lang een belangrijke bedevaartsplaats. Geoffrey Chaucer haalde zijn inspiratie dus daar vandaan.
Maar toen Hendrik VIII van zijn vrouw Catherina van Aragon wou scheiden en daartoe geen toestemming kreeg van de paus was het uit met de pret. De eigenzinnige Hendrik brak met Rome, stichtte de Anglicaanse kerk en liet het graf van Becket verwoesten.
Op de plaats waar voorheen het graf lag, staat – nu de gemoederen bedaard zijn – een brandende kaars. Maar pelgrims zijn er niet langer. Vandaag zelfs geen toeristen op onszelf en een handvol anderen na dan.
We vervolgen onze weg en hebben Cambridge als doel voor ogen. We reizen op onze duizendste gemakjes en geven onze ogen de kost aan de nu eens triestige en eerdere rommelige arbeiderswoningen dan weer aan de huizen van het Hyacinth Bucket genre. (It’s Bouqué !!!)
Het is niet de eerste keer dat ik in Engeland reis maar het is wel de eerste keer dat we er met de camper rijden en dat gegeven laat ons wel op een andere manier naar het landschap kijken dat een behoorlijk gesloten geheel aan landerijen, weiden, akkers vormt. Reistipper Nancy had het er recent ook al over.
De over de weg buigende bomen vormen heerlijke groene tunnels maar de holle of door heggen afgezoomde wegen belemmeren het zicht over het nochtans prachtige landschap dat zodoende voor ons verscholen blijft.
De verrukking is echter juist daardoor des te groter wanneer een gat in de haag ons een blik gunt op het prachtig golvende landschap.
Vermits wij graag in rustige veldwegels overnachten en je in Engeland absoluut niet op de openbare weg mag slapen, zijn we op de uitkijk. De velden zijn echter allen met laag groeiende hagen, houten of stenen afsluitingen van de openbare weg gescheiden en als er dan al eens een opening in een heg te vinden is, zit de toegang tot het veld met een hekken potdicht.
Raar, niet één veldwegje komen we tegen maar gelukkig vinden we zo’n tien kilometer voor Cambridge toch een recent geoogst graanveld waar geen hekwerk is en waar we rustig de nacht kunnen doorbrengen zonder schade aan te brengen.
Jammer voor ons maar hier liggen de velden aan de ketting
Wist je dat Cambridge zijn geschiedenis als universiteitsstad te danken heeft aan een stel ophefmakende moordzaken ? (japs, daar gaan we weer !)
Ik vertel er jou alles over in een apart verslag met als titel : Cambridge, the key to the city.
Bootje varen op de rivier Cam
Omdat de kansen op het vinden van een rustige, toegankelijke overnachtingsplaats eerder schaars zijn, keren we na ons bezoek aan de universiteitsstad terug naar de plaats waar we de afgelopen nacht hebben gebivakkeerd.
Te meer omdat we morgen afscheid willen nemen van Cambridge middels een zicht over de stad vanop Castle Hill. Een ideetje opgedaan in de brochure die ik van een student kocht als steun voor een of andere studentenvereniging.
En dan reizen we verder. Ons doel is nu Stratford-upon-Avon. De geboorte- en sterfteplaats van William Shakespeares. Hoewel we de GPS dusdanig hebben geprogrammeerd dat snelwegen worden vermeden, komen we toch op al te grote, eentonige autobanen terecht waar niets te zien noch te beleven valt.
Dat zint ons niet dus nemen we het heft en de kaart zélf in handen om kleinere wegen uit te stippelen. Ter hoogte van Kettering verlaten we de autobaan en houden we een koffiepauze in het eerste dorpje dat we tegenkomen : Rothwell.
Het is al meteen raak. Naast het plaatselijke fotogenieke kerkhof ligt wat lager gelegen een bowlclub. We hebben vanaf het kerkhof een prachtig zicht op het speelveld dat er als een biljarttafel bijligt.
De leden van de club zijn allen getooid in een keurig wit uniform. Sommige dragen zelfs een stropdas. De discussies zijn niet uit de lucht, meetlatten komen er aan te pas om uit te maken wie de set gewonnen heeft en na zo’n set worden de ballen met een soort rolwagentje bij elkaar gebracht. Engelse efficiëntie !
Bij een koffietje bepalen we onze verdere reisroute. Ter hoogte van Market Harborough zullen we nu kiezen voor de kleinst mogelijke wegen en net voor Husbands Bosworth bemerken we dat er in een veld een verkoop gaande is van landbouwtoestellen. Hé, zullen we eens een kijkje nemen ? Het is al diep in de namiddag en de meeste loten
zijn al per opbod verkocht maar het schouw- en vooral ook hoorspel is schitterend. De veilingmeester zingt als het ware de Ponden bij elkaar en wie geen verdere interesse heeft, buigt het hoofd of keert zich weg van de meester want één oogopslag is al voldoende om als een bod te worden geïnterpreteerd.
De koopwaar omhelst naast oude maar nog goed bruikbare tractors, baalpersers, strowagens ook heel wat roestige afgedankte machinerie ja zelfs tot een paar meters oude prikkeldraad toe.
Wat wij op het containerpark gooien verkopen de Engelsen middels een veilingmeester ook al brengt de buit slechts een half Pond op.
Veilingmeester met stropdas zingt de Ponden bij elkaar
Tegen de tijd dat we de openbare verkoop verlaten, is het al vooravond en vermits het vinden van een plaats voor de nacht hier geen sinecure is, gaan we meteen op de uitkijk.
We hebben geluk ! Vrij spoedig vinden we een geoogst tarweveld en de balen stro zijn keurig geperst. Hier kunnen we rustig overnachten en dat doen we dan ook. Alleen jammer dat we in de onmiddellijke omgeving niemand zien om zeker te zijn dat het okay is.
De volgende ochtend, ik ben in de badkamer nog net de laatste hand aan mijn toilet aan het leggen hoor ik een vriendelijke doch kordate stem zeggen : What are you doing on my field ?
Waarna we rustig als waren we kleutertjes die nog alles te leren hebben, krijgen uitgelegd dat je niet zomaar op iemands eigendom kan gaan staan zonder toestemming. Ik breng nog in dat we heus wel de intentie hadden om die te vragen maar dat we in de gehele omtrek geen boerderij hadden opgemerkt.
De man geeft toe dat hij anderhalve mijl verderop woont maar wilt desondanks van geen lieveheren weten en geeft ons het vervelende gevoel dat we vooral erg stout zijn geweest.
Merkwaardig toch hoe vriendelijk een Engelsman onvriendelijk kan zijn. Wat een verschil met de Fransen die je maar wat graag op hun velden en erf verwelkomen en blij zijn met een babbel en een borrel.
De rest van de reis zullen we heel veel tijd verliezen aan het zoeken van een slaapplaats. Straks meer daar over.
We proberen het ongastvrije gebeuren van ons af te zetten zodat we kunnen genieten van wat vandaag op het programma staat. Stradford-upon-Avon heeft veel te danken aan zijn meer dan beroemde inwoner. Het is er zeer druk en werkelijk alles ademt Shakespeare uit.
Voor wie het graag lezen wil : er zit een verslag in de pijplijn met als titel “To be or not to be in Stradford-upon-Avon”.
Falstaff met zijn schepper op de achtergrond
De les keurig gespeld door de boer op wiens veld we de afgelopen nacht hebben geslapen, nemen we ons voor om deze keer nergens te overnachten zonder eerst de zegen van de grootgrondbezitter te krijgen.
Want jawel, hier zijn de landbouwers eigenaar van gemiddeld zo’n 200 hectaren land. Ter vergelijking : bij ons is dat gemiddeld zo’n 20 à 30 hectaren.
Die zegen vinden en krijgen, is echter onbegonnen werk. Allen die we tijdens onze zoektocht aanspreken, verzekeren ons dat we (ook al zouden we het op onze blote knieën vragen) van de boer geen toestemming zullen krijgen. Akkers en velden worden hier bewaakt als waren het slagvelden waar moet om gestreden worden.
Een werkelijk heel vriendelijke maar desalniettemin ongastvrije dame (ze bezit zelf ook een behoorlijk groot domein) raadt ons het paardendomein wat verderop aan. Zo gezegd zo gedaan. Het domein is immens groot maar gelukkig komt er net een stalmeisje met een kruiwagen vol paardenvoer aanzetten.
We vragen haar of we hier zouden mogen overnachten. “Ask Olly” repliceert ze weinig uitnodigend. “Yeah, but where is Olly ?” “I don’t know”. Gelukkig is ze zo vriendelijk hem met haar mobieltje te bellen maar Olly antwoordt niet. Intussen ontdekken we dat de man Murphy heet dus diens wet indachtig, zien we de bui al hangen.
Dus even later komt een nogal druk doende jonge vrouw ons uitleggen dat er echt geen plaats is voor ons. Morgenochtend is het hier zeer druk, beweert ze dus we moeten afdruipen. Wanneer we ’s anderendaags het uitgestrekte domein van Olly nogmaals voorbijrijden, merken we niets maar dan ook niets van enige drukte. Op de parking staat niet één wagen.
Hoewel een camper niet bedoeld is om mee op een camping te staan, proberen we nu dan toch maar ons geluk uit op de enige camping in de streek. Tevergeefs want “for members only” en bovendien moet je ruim van te voren reserveren. Een zwerver zwerft doch reserveert niet. De camping is dus volzet.
Ruim twee en een half uur na aanvang van onze zoektocht vinden we uiteindelijk toch een gastvrije boer. Moe als ik intussen ben geworden, zou ik de man warempel om de hals kunnen vallen.
We krijgen dan toch een rustige nacht en net voor ik inslaap, begrijp ik plots waar de schrijvers van de mij zo geliefde crimeseries hun inspiratie vandaan halen. Je zou van zoveel ongastvrijheid zowaar moordzuchtig worden.
Geen wonder dat jarenoude vetes rond eigendomsrechten zo links en rechts in paarden- en koeienstallen ontaarden in moordpartijen. En dan is het aan Inspector Barnaby om de zaak op te lossen.
Nu we geluk hebben, noteren we de coördinaten van onze overnachtingsplaats zodat we vandaag met een gerust hart de omgeving alsnog verder kunnen verkennen en een tweede nacht in dit veld kunnen doorbrengen.
We zijn na onze bezoeken aan de rest van Shakespeare’s Full Story nog maar pas opnieuw op het veld gearriveerd of een jonge snaak komt met een quad aangereden. “What are you doing on my grand-fathers field ?”, vraagt hij op een toon die we reeds eerder hebben gehoord. “He gave us the permisson to stay for a few nights.” “O, it’s okay than !”
Het afbakenen van het territorium wordt hier overduidelijk met de paplepel ingegeven.
’s Anderendaags richten we onze blikken op de Cotswolds en algauw bemerken we dat de omgeving hier opener en de mensen ons meer genegen zijn. Reistipper Inge heeft gelijk : Chipping-Camden is prachtig en we hebben het geluk in de omgeving van de kerk een voldoende grote parkeerplek te vinden.
Net op dat moment komt een politieagent in zijn eentje voorbij gemarcheerd (jawel, hij wandelt niet voorbij. Hij marcheert) en stelt ons gerust : we mogen hier “the whole day” geparkeerd staan.
En we hebben nog meer geluk. De kerk is immers een plaatje en bovendien weet een toevallig aanwezige Amerikaanse fotograaf uit Kentucky de oude oppasdame – door aardig wat bankbiljetten in haar handen te moffelen – te overhalen om de onder de rode tapijten verstopte koperen grafzerken, te ontbloten. Lucky us !
De dame is in voor een praatje en ze vertelt honderduit over haar schoonmoeder die een Quaker was en eerlijk gezegd ziet ze er zelf ook wel zo’n beetje uit.
De wandeling doorheen het middeleeuwse stadje met de huizen allen opgetrokken in de typische steen van de streek doet mij kreetjes van verrukking slaken en ik weet – wat fotograferen betreft – van geen ophouden.
De zeventiende eeuwse overdekte marktplaats lijkt thans een geliefkoosde afspraakplaats te zijn voor de schoolleerlingen die hier in kostuum en stropdas hun stellingen en axioma’s onder de knie proberen te krijgen.
In deze omgeving is het makkelijker om langs de kant van de weg een plaatsje te vinden voor een kort middagdutje en koffiepauze. Dus daar maken we gretig gebruik van vooraleer richting Bourton-on-the-water te rijden.
Het is een alleraardigst stadje langsheen een al even aardig riviertje dat tijdens het seizoen erg druk is maar we zijn intussen september dus valt het met die drukte best mee. Het is er romantisch en vooral schilderachtig door de sierlijke treurwilgen en de vele bruggetjes die over het nochtans ondiepe water liggen.
Honden rennen er vrolijk in rond en ook kleine kinderen willen pootje paden in het uiterst heldere water.
Wat achteruit geschoven en dus niet echt opvallend, doen we een leuke ontdekking : er is hier een oldtimermuseum. Vermits mijn vriend nogal een autofreak is, gaan we binnen even poolshoogte nemen.
Het is 5.20 pm en het museum sluit om 6 pm. Of die korte tijd haalbaar is om het voornaamste te hebben gezien ? De kassier twijfelt maar toevallig staat een Vlaams echtpaar aan de balie wat rond te draaien en het paar raadt ons aan om zeer zeker een kijkje te nemen ook al is de tijd kort.
Voor hen is het de tweede keer dat ze hier zijn en nog hebben ze niet alles kunnen bekijken. We zijn overtuigd en eenmaal binnen worden we overdonderd door de vele schatten die hier zijn tentoongesteld. Het museum telt meerdere ruimtes en ze staan allen werkelijk overvol.
Overvol maar niet rommelig en alles keurig afgestoft en met de nodige zin voor het tijdskader waarin de uitgestalde auto’s, geëmailleerde reclameborden, benzinepompen, enz. thuishoren. Maar ook antieke trapautootjes en ander antiek kinderspeelgoed zoals steps, driewielers, sleeën, schaatsen en een niet te overziene verzameling miniatuurautootjes staan keurig uitgepakt.
Mocht je hier ooit langskomen, zou ik je – ook als jij niet zo’n autofreak bent zoals mijn vriend er eentje is – toch aanraden een kijkje te nemen in deze schatkamer. Zelf heb ik er zeer zeker van genoten en ook kinderen vinden het hier beslist leuk.
Mijn verhaal zou eentonig worden, mocht ik alweer uitweiden over de moeilijkheden die we ook vanavond ondervinden om een degelijke slaapplaats te vinden.
Liever heb ik het over het aanplakbiljet dat we ter hoogte van een verkeerslicht opmerken en waarop staat aangekondigd dat komende weekend in het naburige Northleach een bijeenkomst wordt georganiseerd van oude stoommachines en werktuigen. Wauw … dit is een unieke kans !
En zie, vermits wij nergens een reservatie hebben lopen en we nergens aan gebonden zijn, kunnen wij onze plannen herbekijken zodat we zaterdag deze bijeenkomst kunnen meemaken. Een verslag hierover kan je apart lezen onder de titel : De stoommachines van Northleagh.
Maar eerst is er de dag van morgen en ook die belooft mooi te worden.
We zijn immers al heel vroeg in Bibury waar volgens reistipper Inge het meest gefotografeerde straatje van Engeland ligt. Wij zijn er (nu nog) helemaal alleen. Dank zij Vlaamse Wevers die op de vlucht waren voor de 80-jarige oorlog kreeg het dorp dat – zoals de gehele Cotswolds trouwens – aan schapenteelt deed omwille van de wol, een extra boost.
Het dorpje heeft een mooie ontwikkeling gekend en de huidige bewoners leven nog steeds in de huizen van toen. Er is niet één moderne villa of ander soort nieuw gebouw te vinden. Er ligt een alleraardigst wandelpad dat ons leidt langsheen een bos en verder door een weiland met bull.
Gelukkig merken we – behalve wat vlaaien – niets van de aanwezigheid van de bull. Hoe mooi is het hier en wat een uitzicht ! Een buizerdkoppel met twee jongen cirkelt boven onze hoofden. Wanneer we na anderhalf uur wandelen terug naar het dorp afdalen richting kerk is het net tijd voor de schoolkindjes (in voortreffelijk uniformpje) om samen met de juf naar het kerkje te wandelen.
De zon schijnt heerlijk en voor zover een kerkhof romantisch kan zijn, is dit – met de rozenboog over het kerkpad en de vele rozen op stam – er eentje van de idyllische soort. In het kerkje zelf zijn de kindjes nu aan het luisteren naar een of ander bezinnend verhaaltje. We wandelen er nauwelijks rond omdat we hen niet willen storen.
Bij de ingang ontdekken we echter een aantal afgedankte spullen die we – bij interesse en mits een vrije, liefdadige bijdrage – mogen meenemen. Ik ontdek er een lijstje met daarin een afdruk van een historische kaart van het graafschap … . Wat ben ik daar blij mee !
Later zullen we nog andere kerken zien waarin allerhande tweedehandsspullen (meestal boeken) te koop worden aangeboden. De opbrengst is telkens voor een goed doel of ter onderhoud van de kerk.
Tegen de tijd dat we weer aan de camper zijn, loopt het in het meest gefotografeerde straatje van Engeland vol Japanners.
Voor ons het sein om verder te rijden richting Burford. We vinden er gelukkig een rustige parkeerplaats zodat we de innerlijke en vermoeide mens kunnen aansterken en te rusten leggen.
Burford is een aardig doch vrij druk stadje opgetrokken langsheen de weg die destijds gebruikt werd om met de paardenkoets van Oxford naar de West Country te reizen. Op die weg groeide Burford algauw uit tot een rustplaats voor paard en ruiter.
Bij Tolsey Hall op de hoek van de Sheep Street en de hoofdstraat zijn nog stallingen te zien waar de paarden zich konden laven en uitblazen. Er een leuke foto van nemen lukt niet echt vermits er een pop-up-winkel van matrassen en hoofdkussens is in ondergebracht.
De eeuwenoude huizen in de typische steen langsheen de hoofdweg herbergen nu vooral leuke winkels vol antiek en kwaliteitsvolle kledij voor de jacht en de visvangst en verder – naar Britse normen – stijlvolle kledij in tweed en dikke warme wol.
We nestelen ons in een knusse zetel bij het raam van een zestiende eeuwse pub en drinken een smaakloos biertje zonder kraag. Maar het is hier gezellig dus …
Leuke antiekwinkels in antieke panden
Wat ben ik blij dat we vandaag Oxford bezoeken ! Als we dan toch in een moordzaak betrokken zouden geraken, laat het dan een academische zijn. Liefst een intrigerende zaak voor Inspector Morse en Sergeant Lewis en graag met de nodige pathetiek en een bijpassende aria uit een of andere opera.
De boeren hebben het immers wat mij betreft hier aardig verkorven. Gisterenavond nog installeerden wij ons in een straatje dat wij als openbare weg interpreteerden vermits daar toch een paar huizen stonden maar we kregen een klein uurtje later toch weer een oncomfortabel gevoel.
Een boer op weg naar de plaatselijke pub zag ons en herinnerde er ons aan dat dit straatje zijn eigendom was en dat we hier “only for one night” mochten blijven. Waarbij hij – voor het geval we niet zouden begrijpen hoeveel one night precies is – zijn wijsvinger heel uitdrukkelijk in de lucht stak.
Op onze vraag waarom velden en akkers hier zo hermetisch worden afgesloten, kon hij kort zijn : because of the gipsy’s.
Ach, de Fransen zouden hun schouders ophalen met de woorden : les excuses sont faites pour s’en servir.
Ik weet het, smaken verschillen maar toch durf ik te opperen dat Oxford mooier is dan Cambridge.
Jawel, Cambridge heeft werkelijk prachtige colleges maar desondanks vind ik Oxford als geheel stemmiger, fotogenieker, aangenamer. Vermits ik hier reeds eerder was, verwijs ik graag naar een eerder geschreven verslag. https://evenaar.tv/reisverhalen/2018/05/in-mijn-verbeelding-zie-ik-morse-lewis-en-hathaway-door-de-straten-van-oxford-stappen/
Dining Hall van Balliol College dat maar liefst negen Nobelprijs winnaars en drie Eerste ministers heeft voortgebracht
Aan het einde van de dag rijden we door naar het afgelegen dorpje Great Tew in de hoop er een rustige standplaats voor de nacht te vinden en we hebben geluk. Morgen willen we het dorpje dat in 1630 door Lord Falkland gesticht werd, bezoeken.
Het dorpje is erg mooi en heeft bovendien een interessante geschiedenis. Ik schrijf er daarom graag een apart verhaal over met als titel : “Great Tew : a great idea for Christmas”.
Niet ver daarvandaan zou het kleine broertje van Stonehenge liggen maar we weten niet precies waar. Een vriendelijk koppel wijst ons Little Rollight aan als the place to be.
Ze verklappen ons meteen de legende die er over de grote ring van stenen wordt verteld. Een heks zou de grote stenen hier hebben neergepoot op een dusdanige manier dat wanneer je middenin de cirkel zou staan en je de stenen wilt tellen, ze niet te tellen zijn en je telkens een ander getal uitkomt.
De overblijfselen van de neolithische nederzetting bestaan uit drie monumenten : the king’s Men, the Whispering Knights en The King Stone.
We leren ter plekke nog een tweede legende kennen. De cirkel van stenen waaruit the King’s Men bestaat is in de loop der eeuwen onderbroken geraakt door snoodaards die zo’n steen in hun achtertuin wel wisten te gebruiken.
De legende vertelt dat hierdoor de rust danig verstoord geraakte en er onheil over het dorp kwam. Maar daar hebben ze anno 2018 iets op gevonden. Een kunstwedstrijd werd deze zomer georganiseerd met als doel de gaten in de cirkel weer op te vullen door middel van de werken van jonge kunstenaars.
Het zijn stuk voor stuk kleurrijke items vol symboliek geworden. Ook als je niet zo’n liefhebber bent van overblijfselen uit de Bronstijd, is het hier prachtig wandelen en de uitkijk over het landschap is ronduit verrukkelijk.
We rijden verder via Chipping Norton waar we net buiten de stad in een groot dal een immens kasteel opmerken. Wauw …. wat een view !
We gaan nu via het drukke, toeristische Stow op naar Northleach waar morgen de Steam & Vintage Show plaatsvindt en geloof het of niet, de parking voor het evenement is ingericht op een gemaaid tarweveld en deze keer mogen we overnachten zonder weggejaagd te worden en we moeten er zelfs niet één penning voor neertellen.
Zoals reeds eerder geschreven, voorzie ik een apart verslag over deze Steam Show.
Het wordt nu stilaan tijd om de mooie Cotswolds te verlaten. Op onze to-do-lijst staat enkel nog een bezoek aan Windsor Castle, het geliefde weekendoptrekje van The Queen. (Lees het aparte verslag).
De woning van Winston Churchill bezoeken (waar reistipper Ward me zin in liet krijgen) zit er jammer genoeg niet meer in vermits de openingsuren niet matchen met onze resterende tijd op Britse bodem.
Daarom rijden we na ons koninklijk bezoek richting Brighton, de allereerste als dusdanig ingerichte badstad van Engeland. De weg erheen is ronduit schitterend en bovendien heel afwisselend met heel wat heuvels en dalen, cricket spelende teams, verrukkelijke en rijkelijk bebloemde cottages, stokoude kerken en dito graven.
In Horsell is een wel heel bijzondere Steam fair aan de gang. Een vintage kermis zeg maar, uitgebaat door één enkele familie.
Allemaal broers en zussen waarvan de oudste zoon nu de zaak draaiende houdt en de familie reeds generaties lang op deze manier haar brood verdient. Niet alleen de molens en attracties zijn het bekijken waard (de caroussel wordt met stoom draaiende gehouden) maar ook de woon- en vrachtwagens van de familie zijn dat.
Loste Inspector Barnaby niet ooit een driedubbele moordzaak op tijdens zo’n kermis ?
Ter hoogte van Holmbury St Mary slaat mijn fantasie pas helemaal op hol. Een graspleintje groot genoeg voor een Fancy Fair wordt omzoomd met een paar mooie cottages, er is de pub The Royal Oak, de kerk wat hoger gelegen en hoe kan het ook anders … een lommerrijk kerkhof. Need I say more ?
Maar nu zit onze vakantie er zo goed als op. Morgen zullen we naar de kust rijden om vandaar onze laatste kilometers op Britse bodem af te haspelen.
Het verslag van onze laatste twee dagen kan je hier lezen ….
Deze raamvertelling is dus klaar. Of dan toch niet ?
Bij de Ferry in Dover zijn we wat te vroeg maar aangezien er in de stad zelf nergens te parkeren valt (zucht) melden we ons aan in de veronderstelling dat we op een ferry-parking nog wat kunnen uitrusten net zoals dat bij ons vertrek in Duinkerke kon.
Niet dus. Schreef ik eerder al dat een Engelsman vriendelijk onvriendelijk kan zijn, dan leren we nu dat hij warempel op een vriendelijke manier ook beledigend kan zijn !
Nog nooit eerder als uilskuiken rechtsomkeer moeten maken !
Extra info voor wie met een camper of caravan doorheen Engeland wilt reizen :
Engeland is een prachtig land met een fantastische geschiedenis, maar het is geen land om er met de camper in rond te zwerven. Tenzij je wat burgerlijke ongehoorzaamheid tentoon durft te spreiden en je ten einde raad toch maar overnacht in een of andere schaars te vinden insprong op de openbare weg.
De Engelsen doen er trouwens alles aan campers te weren of te ontmoedigen. Er zijn geen speciaal daartoe ingerichte camperplaatsen en parkings worden voorzien van hoogtelatten waar je met een camper niet onderdoor kan.
Zelfs op de Park & Rides nabij grotere steden is het niet evident om een parkeerplekje te vinden. Ofwel zijn de voor de campers gereserveerde plaatsen dermate klein afgelijnd (lees : niet groter dan een plaats voor een gemiddelde personenwagen) dat je niet anders kan dan buiten de lijnen te parkeren waarbij je dan weer het risico loopt om zwaar beboet te worden.
Zelf werden we gelukkig van deze praktijken verwittigd door een alleraardigste dame die ons behoorlijk gefrustreerd haar boete toonde. Elders mag je op de Park & Ride tussen de tourbussen gaan staan met dien verstande dat – hoewel een camper veel minder plaats inneemt dan een bus – je wel het dubbele parkeergeld dan die voor bussen, moet betalen.
Natuurlijk mag ik niet veralgemenen maar de doorsnee Engelsman is weliswaar hoffelijk en beleefd maar zeer zeker niet gastvrij.
We ontmoetten een Braziliaan die bij zijn pensionering zijn hele hebben en houden had verkocht en zich drie campers had aangeschaft om de wereld te kunnen zien (hij heeft er eentje voor Latijns-Amerika, eentje voor Noord-Amerika en eentje voor Europa) en was al twee maanden Europa aan het doorkruisen. Hij zei ons ronduit : I hate England !
Zo’n gespierde taal zou ik nu niet willen gebruiken al is het natuurlijk niet fijn om met een smoes te worden weggejaagd, terwijl je net aan het avondeten bent begonnen.
Want wie gelooft nu een boer die beweert dat hij bij zonsondergang en bovendien op een zondagavond zo dadelijk zijn veld op moet en je – ook al sta je niet op zijn eigendom – in de weg staat ? Een veld dat nota bene al helemaal klaar is voor de winter !
Mocht je twijfelen aan wat het woord protectionisme betekent, zwerf dan een keertje met een camper doorheen het Britse continent. Nog nooit eerder heb ik zoveel bordjes en opschriften van het genre “private road”, “no parking” “keep out” en “stay away” gezien als hier.
Zelfs doodlopende straatjes zoals ook ik er in eentje woon, worden hier als “private road” aangeduid. De burgers gebruiken werkelijk alle materialen om de openbare weg als hun territorium af te bakenen. Of dat allemaal wettelijk is, is nog maar zeer de vraag.
Bij ons zijn dergelijke praktijken in ieder geval bij wet verboden. Geen wonder dat wie dermate gehecht is aan zijn lap grond dat hij niet kan verdragen dat iemand er een nachtje op doorbrengt, graag middels een referendum voor de Brexit kiest.
Paradoxaal genoeg hebben wij dan weer helemaal geen moeilijkheden gehad om ons met drinkbaar water te bevoorraden. In bijna ieder tankstation kan je aan water geraken want in andere landen niet steeds het geval is.
Wie wil kamperen in dit mooie maar ontoegankelijke land, doet er goed aan lid te worden van een kampeerclub en van thuis uit reeds alle reservaties vast te leggen. Zonder kom je er echt niet in.
Het was niet steeds met “The Flow” hoor, Rit. Zoals je kon lezen, heeft de plaatselijke bevolking daar regelmatig een stokje voor gestoken. Het was een zeer mooie reis maar voor mij wel bijzonder vermoeiend.
Bedankt voor je reactie.
Wat een slaapplaats vinden betreft, weet Engelsen houden van formaliteiten. En als je van hen iets wil bekomen, moet je vragen en vragen…met liefst je portefeuille open. Deze wijze raad kreeg ik jawel van een lieve Engelsman.
Dat heb ik intussen wel begrepen, Cecile. Toen ik het er over had met een sympathieke oude Engelsman zei die ronduit : people are very greedy here.
Dankjewel voor je reactie.
Mijn mama is een fervente fan van de Britse dramaserie Upstairs-Downstairs. Op haar 78 ste verjaardag gaf ik haar een postkaart van Londen waarop de […]
De universiteit van Oxford is de oudste universiteit van het Verenigd Koninkrijk en ligt op een boogscheut van Londen. Samen met die andere universiteit van […]
Van donderdag 3 mei tot maandag 7 mei boekten we een city-trip naar Londen. Voorjaar, de bloemetjes in bloei, een zinderend lentegevoel,… Het leek ons […]
Maakte jij onlangs de reis van je leven en wil je er graag over vertellen? Of ontdekte je een verborgen parel vlakbij die je graag met anderen wilt delen? Schrijf je dan in voor de Evenaar community, pen je verhaal neer en inspireer andere leden. Wie weet vind je hier zelfs wel jouw toekomstige reisbestemming?
Wil je één keer per week een update van de meest interessante reisverhalen ontvangen?
Schrijf je dan snel in voor onze nieuwsbrief.
We willen je gebruikservaring verbeteren met cookies. Zo
Zie je o.a. relevante advertenties in de plaats van willekeurige. Je leest er meer over in ons cookiebeleid
Cookie settings
Below you can choose which kind of cookies you allow on this website. Click on the "Save cookie settings" button to apply your choice.
FunctionalOur website uses functional cookies. These cookies are necessary to let our website work.
AnalyticalOur website uses analytical cookies to make it possible to analyze our website and optimize for the purpose of a.o. the usability.
Social mediaOur website places social media cookies to show you 3rd party content like YouTube and FaceBook. These cookies may track your personal data.
AdvertisingOur website places advertising cookies to show you 3rd party advertisements based on your interests. These cookies may track your personal data.
OtherOur website places 3rd party cookies from other 3rd party services which aren't Analytical, Social media or Advertising.
Deze inhoud is geblokkeerd o.w.v. cookie instellingen. Accepteer cookies om de inhoud te zien.
Wat een avontuur!!! En bedankt om een paar mooie herinneringen voor mij boven te halen 🙂
Zo echt ‘go with the flow’… tof!
Het was niet steeds met “The Flow” hoor, Rit. Zoals je kon lezen, heeft de plaatselijke bevolking daar regelmatig een stokje voor gestoken. Het was een zeer mooie reis maar voor mij wel bijzonder vermoeiend.
Bedankt voor je reactie.
Beste An,
Wat een slaapplaats vinden betreft, weet Engelsen houden van formaliteiten. En als je van hen iets wil bekomen, moet je vragen en vragen…met liefst je portefeuille open. Deze wijze raad kreeg ik jawel van een lieve Engelsman.
Cecile
Dat heb ik intussen wel begrepen, Cecile. Toen ik het er over had met een sympathieke oude Engelsman zei die ronduit : people are very greedy here.
Dankjewel voor je reactie.