Notting Hill
‘Waar is de deur’, moet zowat de meest gehoorde vraag zijn in dit stukje Londen. De cinefielen onder ons of liefhebbers van de romcom Notting Hill weten waarover ik het heb. De blauwe deur achter welke Hugh Grant, Julia Roberts het hof maakte.
Aan blauwe deuren geen gebrek in Notting Hill. Ook niet aan rode, groene, roze, gele of wat dan ook. Want Notting Hill staat voor kleur. Gekleurde gevels en gekleurde deuren. Van diepe kleuren tot de pastel variant. Een kleur die niet bestaat in Notting Hill is nog niet uitgevonden.
Notting Hill is zowat mijn favoriete stukje Londen, ik noem het altijd mijn dorpje in de stad. Want geloof het of niet, dit zalig stukje ligt maar op enkele metrohaltes van bijvoorbeeld het bruisende Picadilly Circus of de populaire West End.
Op een stralende lentedag neem ik dikwijls niet de metro tot Notting Hill Gate, maar struin ik door het naburige Kensington Gardens naar Portobello Road. Een prachtige wandeling, zeker als de bloemen in bloei staan en de zomer in de lucht hangt.
Het zonnetje laat Notting Hill nog meer schitteren. De lente is trouwens de ideale tijd om hier wat tijd door te brengen. De bomen staan dan in bloei en de bloesem zorgt voor dat beetje extra.
Portobello Road is waarschijnlijk de bekendste straat en die Notting Hill van noord naar zuid doorsnijdt. ‘s Zaterdags staat er een bekende antiekmarkt (of nep antiekmarkt zoals je wil) en is het er een drukte van jewelste. Laat je niet afschrikken.
Het is iets dat je moet gezien hebben. Als je de kraampjes en winkels in de straat samentelt, vormen ze de grootste antiekmarkt ter wereld. Van antieke meubelen, tot kleine hebbedingetjes tot heuse vintage. Alles vind je er.
Maar als je het gezien hebt, kan je gerust de zijstraten induiken, de ene al kleurrijker en lieflijker dan de andere. Maar er zijn ook de straten met de prachtige witte Victoriaanse huizen. Wees gerust, alle wegen leiden terug naar Portobello Road.
Toch neem ik jullie graag mee op voor een paar ‘hotspots’. In de eerste plaats staat aan het begin van Portobello Road, op nummer 22 een blauw huis met zwarte voordeur waar George Orwell ooit woonde. George Orwell is vooral beroemd voor zijn literaire werken ‘Animal Farm’ en ‘1984’.
De zoetebekjes onder ons kunnen hun hart ophalen bij Hummingbird Bakery op nummer 133. Hier vind je een kleurrijk assortiment aan overheerlijke, goddelijke cupcakes, feestelijke taarten en lekkere cakes. Schrik wel niet van de prijs.
De plaatsen uit de film Notting Hill aanwijzen, ligt iets ingewikkelder. Want zoals altijd in de film is niets wat het lijkt. Op nummer 142 ligt zogezegd de boekenwinkel die William Thacker (Hugh Grant) uitbaatte maar in werkelijkheid is er geen Travel Book Company op Portobello.
Enkel de façade werd gebruikt van wat nu een souvenirwinkel is met de niet bijster creatieve naam ‘Notting Hill’. Voor het interieur werd beroep gedaan op een echte reisboekenwinkel : The Travel Bookshop, die ligt achter de hoek op Blenheim Crescent 13.
Een beetje hetzelfde scenario geldt voor het huis waar Hugh Grant woonde. De beroemde blauwe deur waar ik het eerder over had, ligt op Westbourne Road 280. Het huis hoorde destijds toe aan scenarioschrijver Richard Curtis. De binnenopnames vonden plaats in een studio.
Nog één bijzonder plaatsje uit de film is St. Luke’s Mews. Dit kleine steegje is waarschijnlijk één van de meest gefotografeerde straten in Notting Hill. Het ligt er ietwat verborgen met schattige huizen en heerlijk groen.
Notting Hill staat steeds op mijn programma in Londen als het zonnetje schijnt. Dikwijls verblijf ik er maar een uurtje of zo, genoeg om even mijn hart op te halen. De sfeer die er heerst is met niks anders te vergelijken en ik hou van het verdwalen in de kleurrijke straten. En er zijn pubs genoeg om honger en dorst te stillen. Het is een uniek stukje Londen. Mijn dorpje in de stad.
Kijk nu eens aan. Daar doen we het voor 🙂
Toen ik vorig jaar een blog schreef over de zoete pastels van Notting Hill, vroeg jij mij of ik ook het huis van George Orwell had gezien. Dank zij jou nu dus wel ! Ik herinner het me nu maar ben er toen zonder erg aan voorbij gelopen. Je komt er nu eenmaal ogen te kort.