Een Indisch sprookje of toch niet?
Op deze frisse ochtend probeert de zon haar warme zonnestralen door de laag smog te laten schijnen. Op de achtergrond klinkt een concert van toeterende auto’s, tuktuks en brommers. Als de bus vanop de hotelparking vertrekt, druk ik mijn neus tegen het raam, in volle verwachting om een nieuw land te leren kennen.
Maar op het moment dat de bus zich voegt in de continue stroom van al dat toeterende gemotoriseerde verkeer, wend ik snel mijn gezicht af. De aanblik van tientallen, nee honderden, nee duizenden Indiërs, die wakker worden op het voetpad en zelfs in de goot met niet meer dan een plastieken zeil of kartonnen doos om hen te beschermen, is meer dan ik aankan op dat ogenblik. Welkom in New Delhi.
Ik word plots vanuit mijn gedachten opgeschrikt door een noodstop van de bus voor het heiligste der heiligen : een wandelende koe midden op de weg. Welkom in Indië.
New Delhi is slechts het vertrekpunt voor een rondreis door Rajasthan en ik kan niet wachten om de stad te verlaten. Mijn gebed tot Shiva wordt verhoord. Maar eerst stoppen we aan een lokaal marktje. Terwijl onze oren proberen te wennen aan het vele getoeter, stappen we dapper door de modder langs de vele kraampjes. Nu ja kraampjes, het zijn karren voortgetrokken door ezels met lokaal gekweekt groenten en fruit.
Het fruit ligt netjes in manden uitgestald. Hier en daar wordt op een vuurtje in een grote pan wat lekkers bereid. Koeien lopen vrij rond. Sommige van deze heilige dieren lijken ook trek te hebben in wat groene boontjes of aardappels. Marktbezoekers stappen of eerder springen uit de bus, terwijl die nog in beweging is. Want echt stoppen doet de bus niet. Hoe je dat doet als je op het dak van de bus zit, is mij niet geheel duidelijk. Welkom cultuurshock.
Bij het buitenrijden van New Delhi strekt de deelstaat Rajasthan zich voor ons uit. En lang moeten we niet wachten voor onze eerste bezoek. In Nawalgargh bezoeken we de haveli’s, huizen van rijke kooplui die versierd zijn met werkelijk prachtige fresco’s.
De huizen worden niet meer bewoond, maar de tekeningen zijn nog prachtig bewaard gebleven.
In de smalle straten is het een drukte van jewelste. Fietsers, brommers en voetgangers proberen op hetzelfde moment maar in tegenovergestelde richting op hun bestemming te geraken.
Ook de tempel van Nawalgargh staat op het programma. Tientallen duiven zitten op de vele koepels. We dwalen even rond in de gigantische tempel. Ook hier zijn de fresco’s impressionant te noemen.
Op de achtergrond spelen enkele inwoners traditionele muziek.’s Avonds volgt een avondje ontspanning met Indisch poppentheater.
De volgende dag stoppen we in alle vroegte in wat er vanuit de bus uitziet als een pittoresk lemen dorpje. Alvorens de bus uit te stappen, wordt gevraagd onze spullen, in zover mogelijk, in de bus te laten liggen. De gids benadrukt ook zeker niets mee te nemen voor de bedelende kinderen.
Die troepen ondertussen samen aan de deur van de bus. Tijdens onze wandeling door het dorp, wordt er geduwd en getrokken door de kinderen om aandacht en om natuurlijk iets te krijgen. We proberen toch te genieten van de omgeving, maar terwijl ik wat foto’s maak, hoor ik plots mijn mama roepen.
Eén van de kinderen zit met zijn hand in haar broekzak. Meer dan een pakje sigaretten zit daar niet in, maar de agressiviteit van de kinderen is ongezien. Ik wil haar helpen maar om dat moment probeert een ander kind mijn trouwring van mijn vinger te rukken. Nog nooit meegemaakt.
De gids die een stok vast heeft, voor wat ik aannam om dingen te wijzen, gebruikt hem om de kinderen weg te jagen. Totaal in shock ga ik terug naar de bus. Een moment om nooit te vergeten, maar dan niet in positieve zin.
Rajahstan bestaat voor het grootste deel uit woestijn, die zorgt voor de grote tegenstelling tussen arm en rijk. Enerzijds wonen hier de armste mensen want het land is nauwelijks te bewerken, anderzijds was dit harde leven en extreme klimaat dat hier heerst, de voedingsbodem voor het ontstaan van een ras moedige en sterke krijgers (de rajputs).
De heldenverhalen van de rajputs en hun bijdrage aan kunst en architectuur hebben een grote stempel gedrukt op het gebied hier. De maharadja’s (de koningen der krijgers) hadden niet alleen tot taak hun koninkrijk te regeren en te verdedigen, maar ze zorgden ook voor de bouw van verschillende steden in de woestijn. Deze zijn nog steeds pareltjes dankzij de inzet van goede vakmensen, grote kunstenaars en schitterende architecten.
Het fort van Bikaner steekt met zijn de rode gevel af tegen de achtergrond. Het fort bestaat uit liefst 37 paleizen. De versiering binnen neemt onze adem weg. Binnen en buiten is het paleis versierd met prachtige mozaïeken. Een kleurrijke achtergrond waartegen het leven van de maharadja zich afspeelde. Schitterende tekeningen en fijn uitgesneden beelden. Het paleis is één prachtig kunstwerk.
Zo’n majesteitelijke troon heb ik in mijn leven niet gezien. Na ons bezoek keren we terug per tuktuk en storten ons met gevaar voor eigen leven in de zotternij van het verkeer. Brommers, fietsen, auto’s, koeien, bussen, vrachtwagens en nog meer tuktuks. Zot gewoon.
Het buitenverblijf van de maharadja’s van Bikaner doet nu dienst als hotel.
We nuttigen hier onze ochtendthee met zilveren lepeltjes. Even rust buiten de stad. De graftombes zijn prachtig bewaard gebleven. De binnenmuren zijn mooie kunstwerken, met engelengeduld gemaakt. In het hindoe-geloof worden overledenen niet begraven, maar gecremeerd.
Enkel voor koningen en priesters wordt er een grafmonument zoals dit hier, opgericht. Ik spreek wel van een grafmonument maar deze graftombes zijn op zichzelf een uitgestrekt complex.
Het fort van Jaisalmer moet niet onderdoen voor de rest. Binnenin bevindt zich een prachtige Jain (een afscheiding van het hindoe) tempel. Magnifieke gesculpteerde beeldjes, prachtige reliëfs en schitterende pilaren, zorgen voor een unieke omgeving.
In de Thar woestijn zoeken de kamelen de koelte op tijdens de schemering nadat ze ons op een ritje door de woestijn hebben getrakteerd. Hier kunnen we in alle rust van de ondergaande zon genieten. Terwijl wij nippen aan een glaasje rum, geeft de zon haar laatste stralen af en zien we haar langzaam achter de horizon verdwijnen.
We kunnen de desolate woestijn niet verlaten zonder een streepje couleur locale. Buikdanseressen en vuurspuwers zorgen voor entertainment terwijl wij van een woestijnbarbecue genieten.
Het fort van Jodhpur is op een rots gebouwd. Hier heb je een prachtig zicht op de stad, ook wel de blauwe stad genoemd. De gevels zijn immers blauw geschilderd omdat dit de warmte zou tegenhouden en insecten op een afstand zou houden.
We stoppen onderweg in een dorp en hebben veel bekijks. Oude mannen wassen kleren in de rivier, vrouwen halen water op in de waterput om hun kruiken te vullen. Andere vrouwen dragen grote manden met groenten op hun hoofd. Ze zijn zo kleurig gekleed en steken mooi af tegen de grauwheid van hun bestaan.
Kinderen kijken ons met grote ogen aan. Vrouwen dragen met trots hun gouden juwelen. Een eenzame fietser poseert gewillig voor de camera . De geitenhoeder verlaat met zijn kudde het dorp naar een malsere omgeving. Een barbier is hard aan het werk. Het leven zoals het is op het Indische platteland.
De Jain tempel van Chaumhukha is een lust voor het oog. Het beeldhouwwerk is zo verfijnd dat het niet anders kan of het moet door vrouwenhanden zijn gemaakt. We mogen mee bidden met de gelovigen. De monotone gezangen klinken akoestisch mooi. We geraken bijna in een trance.
Het fort van Udaipur is het grootste paleizencomplex ter wereld. Ondanks de vele aanbouwingen, is de éénheid bewaard gebleven. Bij onze aankomst luiden de klokken. Ook hier is het decorum prachtig. Gedetailleerde muurtekeningen, schitterend inlegwerk, satijnen stoffen en gouden decoraties, maken dit een feest om naar te kijken.
In Jaipur wacht ons een nieuw avontuur : een ritje met de riksha. Onze fietser trapt de ziel uit zijn lijf en loodst ons behendig door het verkeer. Ook deze keer sluit ik soms de ogen voor zoveel waaghalzerij. Als beloning brengen we de avond in luxe door in het Lake Palace op het Pichola meer met een waarachtig uitmuntend diner.
Dit paleis werd in de jaren zeventig omgetoverd tot een luxe hotel. Jaipur wordt ook wel eens de roze stad genoemd. Naar aanleiding van een bezoek van de Engelse koningen in de vroege 20ste eeuw, werden alle gevels roze geschilderd.
Dat bleek zo succesvol te zijn, dat er nog steeds gevels in die kleur geschilderd worden. Maar Jaipur is waarschijnlijkst het meest bekend voor het ‘Paleis der Winden’.
Geen gebouw, maar enkel een façade waardoor de rani’s alles konden gadeslaan wat er buiten gebeurde, zonder zelf gezien te worden. Jaipur heeft uiteraard ook een paleis, in de hoogte gebouwd met schitterende bogen en kleurige mozaïeken. De graven van Jaipur zijn enigszins sober maar ook hier weer fit for a king.
Het fort van Amber moet het mooiste paleis zijn. Het ligt boven op een heuvel en is alleen bereikbaar via een steile helling. Per olifant en dus in stijl, worden we naar boven gebracht. Zo voelt het dus om maharadja te zijn, of in mijn geval de maharani.
Zo’n pretje was het trouwens niet om destijds de vrouw van de maharadja te zijn. Als hij stierf gooide zijn echtgenote zich immers ook op de crematiestapel. Het werd immers als een schande aanzien om weduwe te zijn. Van boven hebben we een prachtig zicht op de omgeving, maar het zicht binnen in het paleis kan niets overtreffen. Ooit al eens je adem weggenomen door zoveel pracht? Van je sokken geblazen door absolute schoonheid?
Wel het fort van Amber overtreft alle verwachtingen. Kosten nog moeite werden hier gespaard. Het paleis is een kunstwerk van binnen en van buiten. Dit is het werk van toparchitecten en van topkunstenaars. De graven van Jaipur zijn enigszins sober maar nog steeds groots.
Fatehpur Sikri wordt aanzien als een spookstad, maar niet vandaag; Indische kinderen zorgen voor leven in de brouwerij. De stad werd gebouwd door leider Akbar als dank voor de geboorte van een zoon. De stad moest grootser worden dan Londen maar door gebrek aan water was ze niet lang leefbaar.
Terug in New Delhi ruik ik al van verre de indringende geur van de specerijen. De kruidenmarkt zorgt voor een prachtig geuren- en kleurenpalet. Er is zoveel keuze dat ik niet weet wat te kiezen. Ik ruik aan zowat elke specerij en laat de geur van India op me afkomen. Indiërs kunnen als geen ander voedsel kruiden. Wat een heerlijke curries eet ik hier dagelijks met als basis een smakelijke kruidenmix.
We sluiten in New Delhi af met de een bezoek aan de crematieplaats van Mahatma Ghandi, de man die geweldloos vocht tegen de gewelddadige onderdrukking van zijn volk en die uiteindelijk de onafhankelijkheid van Indië bekwam.
Deze rondreis is nog niet gedaan. Er ontbreekt nog één bezoek, maar het hoogtepunt verdient uiteraard een eigen verhaal.