Onbekend Portugal
Onbekend Portugal – Figueira da Foz – Avo
Daar mijn dochter kennis heeft met een Portugese vriend, kon het natuurlijk niet uitblijven dat we ook naar onze vriend Bruno zijn geboorteland af zakten om zijn land van oorsprong eens te bewonderen. Een gemakkelijke gids hadden we dus al dadelijk bij de hand.
We landen in de luchthaven van Porto en pikten daar onze kleine wagen op die we op voorhand via het internet hadden gereserveerd. Wat ons toch al een paar keer is overkomen, is dat bij het oppikken van zulk een huurwagen we vooreerst al een vrij lange tijd moeten aanschuiven.
En als het dan uiteindelijk onze beurt is, probeert daar een verkoper nog van alle andere dingen te regelen zoals betere verzekeringen, grotere wagen en noem maar op. Is er echt geen enkele maatschappij waarbij je van het vliegtuig bij wijze van spreke recht in de auto kan stappen die je online hebt gereserveerd zonder al die praatjes?
Onze eerste halte was Porto stad. Mijn humeur werd er dadelijk een stuk beter op. Einde april en het zonnetje nodigde al uit voor een aangename stadswandeling. We hadden een reservatie voor 2 nachten in Porto Vintage Guesthouse.
Een op het eerste zicht doodgewoon huis in de rij, maar binnen is het een kraaknette en heel ruime B&B. Een oud pand dat perfect is opgeknapt en ingericht om de gasten tot rust te brengen na een dagje city-trippen. Van hier uit kon je trouwens ook de oude stad helemaal te voet aflopen.
Over Porto zijn nogal wat reportage geschreven – daar moeten we niet te veel aan toevoegen. Je moet het zelf ontdekken, al ronddolend kom je van de ene in de andere leuke hoek van Porto terecht.
Ik ben er zeker van dat elke stadsliefhebber zijn hartje hier kan ophalen. Als tip kan ik nog meegeven dat onder andere het station een echte topper is. Niet de treinen maar de muren van het station zijn prachtig met muurtegeltjes gedecoreerd.
Je kan ook niet anders dan langs de gezellige kades lopen om te luisteren naar de straatmuzikanten en je te goed doen aan de Porto proeverijen.
Je moet ook zeker een “francesinha” gaan eten in Cervejaria Brasao (https://www.brasao.pt/en/) . Echt een top eetcafé , prachtig ingericht, maar je moet wel op tijd reserveren want ook heel bekend bij de lokale bevolking.
Ondanks de vele horeca zaken is het niet even gemakkelijk om een vrije plaats te vinden. Alle Porto-inwoners of zijn het de vele toeristen eten buiten huis.
In de bookshop Lello & Irmao bekend van de Harry Potter schrijver zijn we niet binnen geraakt want daar stond al een ellenlange rij toeristen aan te schuiven. Dat leek wel wat op een toeristenval?
Als je de stad moe bent, kan je ook nog eens de oude authentieke tram naar Foz do Douro nemen voor een leuke strandwandeling aan de monding van de Douro in de Atlantische Oceaan.
Op twee dagen hadden we onze beentjes er wel wat afgelopen en Porto ook wel grotendeels bekeken. Dus de auto in verder door naar Figueira da Foz waar de ouders van Bruno wonen. Een provincie stadje aan de Atlantische Oceaan bij de monding van de Mondego.
Alle voorzieningen die een toeristische badstad moet hebben zijn hier wel aanwezig maar ze geven niet echt een frisse moderne indruk. Einde april is hier alles ook nog heel rustig. Het is nog wachten op een aanzet voor een nieuw zomerseizoen. De wind staat langs de zeekant ook nog vrij strak en enkel de surfers lijken er plezier in te hebben.
We slapen hier in Rua das Rosas 22, een kleinschalige B&B maar David is de meest attente huisbaas die er bestaat. Het ontbijt samen met nog andere gasten en David geeft een absolute meerwaarde aan ons verblijf.
David stuurde ons voor de middaglunch naar Café Praça 18 en hier had je dan toch even het gevoel dat het stadje toch nog toekomst zou kunnen hebben. Een enthousiaste jeugdige aanpak in een te traditioneel bad stadje.
In de omgeving van Figueira da Foz zijn ook wel mooie uitstappen in de natuur te maken naar oa Miradouro da Bandeira en dan lijkt het op enkele kilometers van de stad of je plots alleen in de wildernis bent terechtgekomen.
Boven op de top heb je prachtige vergezichten en dan zie je dat tussen de verschillende zee-dorpjes kilometers vrij strand liggen, hier en daar door rotsen wild en onbereikbaar ingesloten.
Dat heeft natuurlijk ook wel wat. Eindeloos langs de zee wandelen met je hoofd in de wind. Uitwaaien. Slechts af en toe kom je al eens een andere toerist tegen.
Ook zijn stadjes als Coimbra en Leiria, klooster van Batalha niet heel ver uit de buurt. Dus troeven genoeg om je tijdens een vakantie in Figueira te amuseren.
De volgende dag trekken we het binnenland in. Onze afspraak is in Avo – op zoek naar Quinta Da Madrugada. (http://www.quintadamadrugada.com/)
Ik zeg op zoek want inderdaad het is niet voor de hand liggend om dit vakantiehuis te vinden. De laatste kilometer is onverhard steil omhoog de berg op. Enige rijervaring is vereist om zonder schade je wagen tot voor de deur te brengen.
Als je bovenkomt valt je mond echter open van verbazing. Het huis – een verbouwde Quinta/boerderij is prachtig met een enig zwembad maar vooral het uitzicht is adembenemend.
We werden opgewacht door het Engelse koppel dat het huis verhuurde en een paar honderd meter verder ook een huisje betrok. Heel joviale en vriendelijke mensen.
Einde april en na de autotrip konden we dadelijk in ons zwembad springen en van het uitzicht en een lekker glaasje Portugese wijn genieten. Gelukkig hadden we al wat inkopen gedaan en konden we aan onze barbecue beginnen. Ja, klagen moeten we hier niet doen.
Vanuit ons vakantiehuis kon je eigenlijk bijna niet anders dan met de wagen te vertrekken. We planden een autotripje naar Piodao. Dit dorpje stond aangeschreven als een van de meest pittoreske dorpjes van Portugal. In de top 10 van de bezienswaardigheden.
De tocht daarheen door het binnenland van Portugal was niet zo ver, slechts 25 km weliswaar over kronkelende wegen door enkele kleine dorpjes omhoog over een bergpas. Met open mond, verbijsterd door de aanblik zijn we hier door gereden. 20 km aan een stuk was alles zwartgeblakerd door een grote bosbrand van vorig jaar. We stopten in een dorpje dat overeind was blijven staan tussen alle zwarte skeletten.
In het kerkje was een oude vrouw de bloemen aan het verzorgen. Gedreven en gelovig dat dit eerbetoon mee de oorzaak was van het behoud van de kerk en het dorpje. Ze begon dadelijk over de grote brand. Trouwens iedereen die we hier tegenkwamen, sprak nog over de grote brand. We werden stil bij het aanschouwen van wat voor een ramp dit wel moet geweest zijn en van de verhalen van de mensen die midden in deze vuurzee overleefd hadden.
Piodao lag aan de andere kant van de berg en daar zag alles nog wel mooi groen. De uitstap loonde ook de moeite want inderdaad, het dorpje had wel wat pittoreske uitstraling en een gezellig dorpspleintje om een klein middagmaal te verorberen.
Hier stonden ook wat wandelingen uitgestippeld. We besloten de wandeling te nemen langs het openbaar zwembad naar Foz de Egua. Je moet weten, de openbare zwembaden hier in het binnenland zijn afdammingen op de lokale riviertjes zodat er een kunstmatig meertje op de rivier ontstaat. In vele gevallen zijn dit echt prachtige uitgebouwde accommodaties in rotsen midden in de natuur.
Zo ook het openbaar zwembad van Piodao. Het water leek ons echter toch nog wat te koud voor een duik. Dus verder op de wandeling. Helaas hebben we ergens een pijltje gemist en na geruime tijd zijn we op onze passen terug gekeerd. Ik zal niet zeggen dat het geen mooie wandeling was, maar er was toch enige teleurstelling voelbaar.
Zeker toen we met de auto dan maar verder reden naar Foz de Egua. Toen we daar kwamen, konden we pas echt zien dat we wel een prachtige wandeling hadden mislopen.
Ook in Foz de Agua was het mogelijk om langs de rivier te verpozen onder de authentieke stenen bruggetjes in een buitengewoon mooie omgeving.
Toen we in Avo aankwamen waren we wel langs de hoofdbaan door het dorp gereden en toen leek het ons of hier echt niets te zien was. De volgende dag besloten we wel eens langs het dorp te gaan omdat we wel wat gerief nodig hadden van een supermarkt.
De wandeling langs de rivier Rio Alva en door het dorp op de linker oever bleek echter aangenamer dan verwacht. Best gezellig en mooi in de natuur ingebed. Maar winkelen zat er niet echt in. Enkel voor de basis behoeften kan je hier terecht. Het dichtst bijzijnde stadje (?) Oliveira do Hospital ligt 15 km verder. Daar had je al een supermarkt waar je iets meer kon vinden.
Van onze huisbazen hadden we de tip gekregen om in hier restaurant ‘O Tunel’ iets te gaan eten. Een typisch Portugees restaurant in het binnenland. Het was niet echt een kleine eetgelegenheid maar er was bijna geen plaats meer te vinden op een vrijdag middag om 13.00u en er zaten ook alleen maar locals. Bruno vertelde me dat hier in het binnenland de plaatselijke specialiteit ‘Chanfana’ was.
Een stoofschotel van geitenvlees. Ik sta altijd wel open voor een locale specialiteit. Dus ja. Wel even verrast toen het opgediend werd want het vlees zag er echt heel donker uit. Maar eens we aan het eten waren, was mijn bezorgdheid snel verdwenen.
De Chanfana was heerlijk. Bruno wist nog te vertellen dat ook in de toeristische stadjes aan de zee Chanfana werd geserveerd maar deze kon echt niet tippen aan wat ze hier diep in de bergen van het binnenland klaar maakten.
De volgende dag moesten we echter weerom afzakken naar België. Met een wagen die nog net 1 km kon rijden kwamen we in de regen aan in de luchthaven. Voorbereid op het weer in ons land.
Een herinnering rijker en met het idee om zeker nog eens terug te komen en het binnenland te doorkruisen van dorpjes tot stadje, op zoek naar de vele prachtige ‘Praia Fluvials’ .