Lissabon GR11 Sintra
Lissabon – GR11 – Sintra
Een weekje op het einde van oktober ontsnappen aan het herfstweer in België en opzoek naar aangename temperaturen om onze cultuur wat bij te schaven en ineens nog wat gezonde beweging mee te pakken. Lissabon leek ons daar een ideale locatie voor. Met 8 liefhebbers hadden we een villa gehuurd in Ulgueira. Een onooglijk klein dorpje maar niet te ver van Lissabon en ook dichtbij Sintra.
Het was zaterdagavond, pikdonker en regenachtig toen we aankwamen. Ik had gevraagd om de verwarming bij aankomst toch wat op te zetten en dat was zeker geen overbodige luxe. Enige ongerustheid over de weersomstandigheden zou al in de gemoederen geslopen zijn, ware het niet dat we op de meteo al een stralend zonnetje konden geprogrammeerd zien staan voor de volgende dagen. 21.30u en de conciërge kon ons nog een gezellig restaurantje aanprijzen in de buurt om toch nog iets Portugees te verorberen. Direct een culinaire voltreffer. Een klein gezellig resto’tje Pensao Susido in Almoçageme op 5 minuutjes rijden. In het donker en met een eerste kennismaking in de wirwar van kleine straatjes nochtans niet evident om terug te vinden en daarna onze villa ook niet. Maar iedereen is toch in zijn bed geraakt.
En de volgende morgen was de beloofde zon er. Joepie. En wat een uitzicht. Van in onze villa hadden we van op een hoogte van een 100m uitzicht over de zee en de kleine baaitjes een goede kilometer verderop. Bleek dan nog dat we voor ons deur GR11 konden zien voor bijkomen. Het duurde dan ook niet al te lang na het ontbijt voordat iedereen zijn wandelschoenen al aan had.
De GR voerde ons dadelijk in de richting van de kust, een afwisseling van kliffen met oneindige uitzichten en kleine strandjes in lieflijke baaitjes, op en af klimmen en dalen. Best vermoeiend en we waren dan ook blij dat we even konden bekomen op het terras van Restaurante da Adraga. Ik zou ook geen betere plaats kunnen bedenken om met vrienden een aperitiefje te drinken en van de gezelligheid, het uitzicht en het vakantiegevoel te genieten. We hebben hier dan ook dadelijk voor ’s avonds gereserveerd. Zoals verwacht uitstekende verse vis met een flesje lokale Portugese wijn op het menu.
De volgende dag op weg naar Sintra. Ondanks dat we gewaarschuwd waren om niet in het kasteel van Sintra binnen te gaan, hadden we toch plots ticketen van Parque e Palacio Nacional da Pena en dat bleek dus het kasteel van Sintra te zijn. What’s in a name? En inderdaad, een maandag einde oktober en eens je door de grote poort binnen bent, begint het aanschuiven om het kasteel zelf binnen te geraken en dan anderhalf uur voort te schuifelen door het gebouw. Ik zal niet zeggen dat dit geen culturele meerwaarde heeft. Het is best wel indrukwekkend en heel speciaal maar door de drukte verliest het veel van zijn uitstraling. Het omliggende park is anders ook wel de moeite om door te kuieren en iets rustiger omdat de meeste mensen hun tijd toch aan het kasteel spenderen. Vooral achteraan in het park achter de serres en bij de gerestaureerde chalet van de gravin Edla zijn nog onverwacht grillige rotsformaties terug te vinden.
In Sintra zijn nog meerdere andere kastelen terug te vinden, maar door het tijdsverlies in het Pena kasteel, schoot er geen tijd meer over om een ander kasteel te bezoeken. De benen begonnen ook wel al een beetje te protesteren en we besloten onze daguitstap op een terrasje in het centrum van Sintra af te sluiten. Het mag gezegd, we waren op deze late maandagnamiddag helemaal niet alleen met dit plan.
Dinsdag was het weer stapdag. Het vervolg van GR11 van Praia das Azenhas do Mar naar Praia da Samarra. Hoeveel volk er ook gisteren in Sintra was, zo stil was het vandaag op onze toch langs de klippen en de stranden. Onderweg op Praia do Magoito was nog een bar met prachtig uitzicht over de baai maar op het keerpunt in Praia da Samarra was geen kat. Helemaal alleen konden we hier de restanten van het weinige proviand dat we mee hadden in alle rust opeten. Een local die haar 5 honden uitliet, was verbaasd om hier op “haar” strand plots andere mensen tegen te komen. En wij waren dan weer verbaasd dat hier op dit prachtige strandje helemaal niemand te zien was.
Langs het binnenland trokken we terug naar ons beginpunt. Hier was alles echt door de zon afgebrand tegen het zwarte aan. Zelfs nu was het hier nog vrij warm. Ik denk niet dat de wandeling van een 25km die we hier afwerkten in hoogzomer een aanrader zo zijn. We waren blij dat we in het dorpje Fontanelas een bar tegen kwamen waar we tussen de Portugezen met een paar pintjes onze dorst konden lessen.
Woensdag was Lissabon dag. Met de wagen reden we tot op Praça Marques de Pombal, in feite het einde van de autostrade bij het binnenrijden van Lissabon vanuit het westen. Parking en overstappen met een dagkaart op de metro. Een citytrip naar Lissabon is best leuk voor een paar dagen. Wij waren hier nu slechts één dag en dan is het wel wat een rush van hier naar daar om zoveel mogelijk impressies op te doen. Tijd om ergens lang te blijven staan was er niet. Van Alfama, de volksbuurt met tal van kleine restaurantjes en de kathedraal van Lissabon naar het kasteel van Sao Jorge. Met de liften doorsteken naar Rua Augusta, de klassieke winkelstraat met uitzicht via de Arco Augusta op Praço do Comercio, het grote stadsplein aan de rand van de Taag. De metro op terug naar boven en overstappen op het antieke trammetje naar het miradouro de Sao Pedro de Alacantara met een prachtig uitzicht over heel de stad. Even tussendoor een pintje op het gezellige Largo do Carmo ….en terug op de been. Wat hebben we nog allemaal niet overgeslagen. We waren ten einde raad.
’s Avonds met pijn in de benen terug naar het begin punt in de wijk Alfama om toch in zo’n sfeervol volksrestaurant te genieten van een Portugese maaltijd. Het besluit van de dag was wel dat Lissabon meer dan één dag waard is.
Donderdag besloten we dan toch om nog eens te proberen een ander kasteel in Sintra te bezoeken. We hadden gehoord dat als je er vroeg genoeg bij was, je voor de toeristen bussen van de Lissabonse city-trippers de domeinen kon binnengaan zonder veel overlast. We hadden een tip gekregen dat Quinta da Regaleira wel wat verrassend was. Dus wij op weg. Het stratenplan rond Sintra is niet altijd echt doorzichtig en noopt bij het missen van een afslag soms tot ettelijke kilometer omrijden. Een van de twee auto’s zijn we dan ook in de doolhof rond Sintra kwijtgespeeld en onze vrienden hebben zich dan maar op het bezoek van een wijnhuis gestort. Geen slecht idee want de wijn in Portugal verdient terecht de aandacht van de wijnproever.
Wij kwamen wel in de Quinta da Regaleira terecht. Allicht hadden we een verkeersbord dat de toegang voor wagens verbood genegeerd en we konden onze wagen voor de ingangspoort parkeren. Dit park is met zijn eigenaardige ondergrondse “initiatie”putten en labyrinten als Unesco werelderfgoed zeker een bezoek waard.
Onze laatste dag brachten we nog een bezoek aan Cascais. Maar eerlijk gezegd vond ik deze wat overgewaardeerd. Niet dat hier niets te zien is, gezellig winkelstraatje en bars en leuke restaurants, een fijn strandje en park, maar om dit “de badplaats” van Lissabon te noemen, doet me besluiten dat je niet voor badplaatsen naar Lissabon moet komen.
Verder door was er ook nog Cabo da Roca, het meest westelijke punt van het Europese vasteland. Aan de watertoren op deze kaap was het uitzicht best prachtig en dat was alles wat hier te beleven viel. Het ongelofelijke aantal bussen met toeristen die hier een halte hielden was helemaal niet evenredig met de waarde van de belevenis.
Onze week Portugal zat er op. We konden nog overwegen om de villa waar we verbleven te kopen maar de vraagprijs sloeg wat tegen. Eerst de lotto nog winnen…..